Jemima: zorg aan gehandicapte kinderen rond Bethlehem
De CGK is op verschillende manieren diaconaal actief in Israël en de Palestijnse gebieden. Daarbij wordt samengewerkt met zowel (Messiasbelijdende) Joden als Arabische christenen. Een organisatie die in Nederland veel bekendheid geniet en waar de CGK al vele jaren contacten mee onderhoudt is Jemima. Deze organisatie zet zich al ruim dertig jaar in voor (zwaar) gehandicapte Arabische kinderen in en rond Bethlehem.
Groot taboe
Kinderen zijn erg belangrijk in de Arabische cultuur. Zij zijn er immers om voor je te zorgen op je oude dag. Dit ligt echter anders bij gehandicapte kinderen. Zij zullen later nooit in staat zijn om voor hun ouders te zorgen. Hierdoor zijn ze in de ogen van velen van weinig betekenis. Veel gehandicapte kinderen worden weggestopt of verstoten. Daarnaast is er in de Palestijnse gebieden weinig kennis over behandelmethoden en therapieën. Veel ouders zien niet in dat ook deze kinderen in staat zijn zich verder te ontwikkelen, al is het maar met kleine stapjes.
Jemima werd in 1982 opgericht door het Nederlandse echtpaar Volbehr. Zij vingen meervoudig gehandicapte kinderen bij hen thuis op. Tegenwoordig heeft Jemima een eigen gebouw met woongroepen en een centrum voor dagbesteding. Ook kinderen van buiten het tehuis komen hier naartoe met de schoolbus. Het gevolg was echter een enorme wachtlijst. In november 2012 stonden er 73 kinderen op de wachtlijst, waarvan sommigen al meer dan vijf jaar.
Thuiszorg
Om de wachtlijst te verkleinen startte Jemima het zogenaamde “Home Based Intervention” programma. Doel is om familieleden te helpen zelf thuis voor het kind te zorgen. De medewerkers van Jemima stellen samen met de ouders een behandelplan op. Hierdoor wordt er niet alleen iets gedaan aan de grote wachtlijst, ook zorgt het ervoor dat de kinderen meer worden geaccepteerd binnen het gezin en de gemeenschap. Bovendien neemt zo de kennis over de zorg voor gehandicapten toe in de samenleving als geheel.
Iedere week bezoekt een medewerker van Jemima de gezinnen. Essentieel in het programma is dat de familieleden zelf met de kinderen aan de slag gaan. Zij zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van het behandelplan. De medewerker van Jemima is er alleen om advies te geven en gaat dus niet zelf de oefeningen met de kinderen doen. Op dit moment worden 20 kinderen binnen dit programma geholpen, maar Jemima wil dit aantal graag uitbreiden.
Getuigen
De medewerkers van Jemima zijn christen. Zij willen de ouders laten zien dat deze kinderen het waard zijn om van te houden. Alleen al het geven van aandacht en liefde heeft een ontzettend positief effect op de ontwikkeling van het kind. Voor veel ouders is dit een eyeopener. In de gezinnen, waarvan de grote meerderheid moslim is, zie je dat men vragen begint te stellen over het christendom. Waarom bekommeren deze christenen zich zo over hun kinderen? Waarom zijn ze zo vriendelijk? In de dorpen leven vaak veel vooroordelen over christenen. Ze zouden een slecht leven leiden. Jemima laat zien dat christenen anders zijn. Door samen op te trekken met deze gezinnen getuigen ze in woord, maar vooral in daad, van Gods liefde.
Wilma Wolswinkel
Verbonden jrg. 59 nr. 1 (jan. 2015)
www.kerkenisrael.nl/verbonden