Antisemitisme

Inleiding

“Antisemitisme diep verankerd in Duitsland”, kopte het dagblad Trouw begin dit jaar. Ongeveer twintig procent van de Duitsers is latent anti­semiet, volgens dit rapport.

Joden in ons land voelen zich steeds onveiliger door de toename van anti-Joodse uitlatingen en door geweld tegen Joden en Joodse instel­lingen. Met name van de kant van islamitische minderheden. Bij voetbalwedstrijden wordt geroepen: Joden aan het gas!! Zij worden uitgescholden voor “vuile Jood” en “vuil varken”.

In heel West Europa groeit de haat tegen de Joden. Antisemitisme is de zwakke plek van het Westen, naarmate de oorlog wegzinkt in het verleden, steken oude gewoontes de kop op. (citaat rabbijn Andrew Baker)


Ook in het Midden Oosten groeit de haat tegen de Joden. Dit is mede het gevolg van de zogenaamde Arabische Lente. Een duidelijk voorbeeld is Egypte. Deze haat richt zich vooral tegen Israël als Joodse staat.

De Iraanse president, Ahmadinejad en de pro-Iraanse bewegingen Hamas en Hezbollah streven openlijk naar de bevrijding van Palestina of wel de vernietiging van Israel als Joodse staat. Leiders als Haniyeh en Jabari houden hiervoor nadrukke­lijk vast aan de strategie van de gewapende strijd.


Wat zijn de oorzaken van deze diepgewortelde en steeds weer oplaaiende haat? Kan zij overwonnen worden? In dit artikel ga ik op deze vragen nader in.

Het woord Antisemitisme

Het woord antisemitisme werd in1880 voor het eerst in Duitsland gebruikt. Het is een aanduiding voor elke vorm van Jodenhaat. Ze heeft verschillende achtergronden en motieven. Deze zijn elkaar in de tijd opgevolgd en overlappen elkaar.
Wij onderscheiden tussen:

De christelijke kerk: medeschuldig

De Jodenhaat in de voorchristelijke wereld was vooral godsdienstig van aard. Het geloof in de ene ware God en de gehoorzaamheid aan Zijn geboden onderscheidde de Jood van de heiden. Dat riep angst en verzet op. Voorbeelden hiervan vinden wij in de Bijbel, zoals in Esther 3 vers 8 en Handelingen 16 vers 20,21. De Jood werd beschuldigd van atheïsme, godloosheid, onverdraagzaamheid en mensenhaat.


Helaas laat de geschiedenis zien dat de christelijk kerk medeschuldig is aan de Jodenhaat en de Jodenvervolging. Dit had meerdere oorzaken. Omdat de kerk steeds meer een heiden-christelijke kerk werd, kwam ook de Jodenhaat uit de heidenwereld de kerk binnen. Ook bleef het jodendom haar aantrekkingskracht houden op vele heiden-christenen.

De felle anti-Joodse uitspraken van Johannes Chrysostomus zijn hieruit te verklaren. In zijn preken uit 386 en 387 noemt hij de synagoge niet alleen een bordeel en theater, maar ook een hol voor rovers en een onderkomen voor onreine en wilde dieren...!

Maar de belangrijkste oorzaak van de christelijke Jodenhaat is de wijdverbreide opvatting, dat de christelijke kerk in de plaats van het Joodse volk gekomen is. Men redeneerde ten onrechte aldus: Door de moord op Gods Zoon is het Joodse volk voor­goed door God verworpen. Al zijn rechten en voorrechten zijn nu door de kerk over­genomen. De kerk is het nieuwe volk van God. Al Zijn oordeelsdreigingen zijn voor het Joodse volk bestemd.


Het motief van de Godmoordenaars heeft alle eeuwen door tot felle woedeuitbars­tingen en progroms tegen de Joden geleid in het christelijke Europa. Op het concilie van Nicea in 325 werd uitgesproken dat wij met deze schandelijke secte van de Joden niets van doen hebben.


Gelukkig zijn er ook positieve gedachten bij de kerkvaders over de Joden. Voor Origenes bijvoorbeeld was Romeinen 9-11 beslissend.

Van ronde lap naar Jodenster

Vanaf de Middeleeuwen horen wij de beschuldiging van rituele moord. Joden zouden kinderen van christenen doden om hun bloed te kunnen drinken tijdens de Pesach­maaltijd. Van alle rampen krijgen Joden de schuld, o.a. van de pestepidemie in de 14e eeuw, die in drie jaar meer dan een derde van de Europese bevolking, ook de Joodse, wegvaagde. De Jood is de zondebok.


Ook verloren zij allerlei maatschappelijke posities. Dit isolement riep weer nieuwe haat op. Tijdens de kruistochten moesten niet alleen de moslims in het Heilige Land worden uitgeroeid, maar ook de Joden omdat zij tegenover Christus duizendmaal schuldiger waren dan de mohammedanen, volgens Peter van Cluny, prediker van de tweede kruistocht, in1146. Zij maakten ook een einde aan vele Joodse gemeen­schappen in het Duitse Rijnland.


Op het concilie van Lateranen, in1215, werd besloten dat Joden zich door hun kleding moesten onderscheiden van de christenen. Het begin van de gele Jodenster in nazi-Duitsland ligt hier. In Frankrijk was dat een ronde, gele lap.


Er ontstonden allerlei karikaturen: de Jood met de haviksneus, de varkensoren of duivelse horens. Deze karikaturen werden maar al te gretig overgenomen door de moslims.

In1516 ontstond het eerste ghetto in Venetië. Ook in de moslimwereld moesten Joden zich door hun kleding onderscheiden van moslims.

Anti-Joodse uitspraken van Luther

Ook Maarten Luther, de kerkhervormer, heeft felle anti-Joodse uitspraken gedaan. Uit teleurstelling over de zaak van het evangelie in Duitsland en de overgang van christenen naar het Jodendom in Bohemen. Hij schrijft in 1543: “Lieve christenen, twijfel er niet aan, dat u na de duivel geen bitterder vijand hebt dan een echte Jood. Laat de overheden hun synagogen verbranden, hun boeken in beslag nemen, hun manier van bidden verbieden, hen samenbrengen in werkkampen en het vrij reizen verbieden.”


Luthers anti-Joodse uitspraken hebben de nazi’s misbruikt om de uitroeiing van 6 miljoen Joden in Europa te rechtvaardigen. Ze zijn door hem nooit racistisch, maar theologisch bedoeld. Naast de paus, ketters en Turken zag Luther ook de Joden als vijanden van het kruis van Christus en van de vrije genade. Nooit zijn zijn uit­spraken te verdedigen.

Antisemitisme en antizionisme

In de 19e eeuw ontstonden allerlei ‘wetenschappelijke’ theorieën over het ontstaan van volken en rassen. De Ariër was de pure mens. Zijn edele eigenschappen, zoals krachtig heldendom en vitaliteit zijn terug te vinden in het Germaanse (Duitse) volk. In schrille tegenstelling daarmee stond het ‘Joods- semitische ras’. Het begrip voor alles, wat laag en zwak en verachtelijk was. Alle vooroordelen tegen Joden werden zo ‘wetenschappelijk’ verklaard. De Jood was de Gegenmensch, de Untermensch, een verrottingsverschijnsel, dat moet worden uitgeroeid. De christelijke kerk werd ‘Jodenvrij’ gemaakt. Het gaat om Jezus’ heldhaftige leven, niet om zijn smadelijke dood aan het kruis. Mattheus en Paulus hebben de kerk verjoodst. Het zgn. Oude Testament als een Joods boek werd afgeschaft. De op rassentheorie gefundeerde Jodenhaat van de nazi’s is het eigenlijke antisemitisme. Het leidde tot de Holocaust in Europa.


Een eigentijdse vorm van Jodenhaat is het antizionisme. Het keert zich tegen het bestaansrecht en de politiek van Israël als Joodse staat ten gunste van de Palestij­nen. Met name in de Arabische wereld en bij de Palestijnse christenen leeft deze vorm heel sterk. Maar ook in Europa, in ons eigen land en in de christelijke kerken groeit het antizionisme.


De ergste uiting van Jodenhaat is de ontkenning van de Holocaust.

Motieven

Wat zijn de motieven van deze diep gewortelde Jodenhaat?


Jodenhaat is een ‘donker raadsel’. Daarvan geldt: ‘de mensen weten het zelf ook niet’. Het is een grondhouding van angst en haat bij elk mens voor het vreemde en anders zijn.

Elie Wiesel, overlevende van Auschwitz, ziet als voornaamste oorzaak de onverschilligheid van de toeschouwer.


Volgens meerdere uitleggers liggen de wortels van de Jodenhaat al in het Nieuwe Testament zelf: Mattheüs 27:24,25; Johannes 8:44 en 1Thessalonicenzen 2:16-18. Maar is de diepste oorzaak niet: het innerlijk verzet tegen de God van Israël en zijn Messias? Omdat Hij ongrijpbaar is, vergrijpt men zich aan zijn volk. Daarom leeft deze sluimerende Jodenhaat in elk onbekeerd mensenhart.’ (K.H.Miskotte; S.Gerssen)

Is Jodenhaat te overwinnen?

De christelijke kerk moet haar medeplichtigheid aan Jodenhaat eerlijk erkennen. Pogingen om het te overwinnen kunnen zijn:


Het allerbelangrijkste is een hartelijke bekering tot de God van Israël en zijn Messias. Want het is waar: ”Wel zal het gaan, die Jeruzalem beminnen.” (Psalm 122)

J.A. van der Velden
Vrede over Israël jrg. 56 nr. 2 (apr. 2012)
www.kerkenisrael.nl/vrede-over-israel

vrede-over-israel