Interview met drs. M.C. Mulder

Nieuwe directeur bij Centrum voor Israëlstudies (CIS)


Sinds april van dit jaar is drs. M.C. Mulder werkzaam als directeur van het Centrum voor Israëlstudies (CIS). Hij is de opvolger van dr. M. van Campen. Daar wij als deputaten Kerk en Israël participeren in het CIS, lijkt het ons goed om hem in zijn functie aan u voor te stellen. Ik stelde hem de volgende vragen.

Drs. Mulder, sinds april bent u werkzaam als directeur van het Centrum voor Israëlstudies. Kunt u iets vertellen over het CIS en over de inhoud van uw taak daar en over het belang van het dit samenwerkingsverband voor de kerken?

Het Centrum voor Israëlstudies is een uniek samenwerkingsverband tussen drie verschillende partners. Naast deputaten Kerk en Israël van onze kerken participeren daarin de Gereformeerde Zendingsbond en de Christelijke Hogeschool te Ede. Zij hebben elkaar gevonden in de gemeenschappelijke doelstelling om de bezinning op de Joods-christelijke ontmoeting te bevorderen en de daadwerkelijke ontmoeting tussen Israël en de kerk te stimuleren.


Dat heeft er in geresulteerd dat er gezamenlijk een Israëlconsulent naar Jeruzalem kon worden uitgezonden. Drs. C.J. Rodenburg heeft inmiddels veel contacten en laat regelmatig iets van zich horen, onder meer via Vrede over Israël.

Verder zijn er verschillende werkgroepen actief, die zich bezig houden met onderwerpen als: Messiasbelijdende Joden, Vorming en toerusting, Theologische bezinning.

Concrete uitkomsten daarvan zijn te zien in publicaties, studiedagen, handreikingen voor de invulling van een Israëlzondag studiereizen, enz. Zo is er in oktober j.l een studiereis voor studenten geweest en staat er voor april van volgend jaar een studiereis voor predikanten en theologisch geïnteresseerden op het programma.


De drie partners konden het CIS oprichten, omdat zij dezelfde visie op Israël delen. Aan de ene kant is er de afwijzing van de vervangingsleer: de kerk heeft Israël niet vervangen. Aan de andere kant de afwijzing van de zogenaamde twee-wegen-leer: Israël gaat niet een andere weg tot het heil dan de kerk.

Wij willen denken vanuit de belofte van de God van Israël, die door de Messias Jezus van Nazareth ook tot ons gekomen is. De kerk uit de heidenen is in Israël ingeplant. Dat betekent dat wanneer we ons bezinnen op de relatie met Israël, wij direct nadenken over het wezen van Gods beloften en de manier waarop Hij zijn beloften vervult. Het is mooi dat we juist in die bezinning met elkaar kunnen samenwerken. Het is mijn taak dit samenwerkingsverband te stimuleren en te coördineren.

Welke plaats neemt het volk Israël in uw (theologisch) denken in?

Het is voor mij zo belangrijk om op Israël te letten, omdat je daarmee let op de beloften van God. Die zijn ook voor Israël blijvend. Het bestaat niet dat Gods woord zou vervallen, schrijft Paulus in Romeinen 9. Wie over Israël spreekt, spreekt dus over de trouw van God, ook als wij die niet altijd kunnen zien.

Dat is ook voor ons van groot belang. Om niet alleen vanuit ons gevoel over God te spreken, maar in de eerste plaats vanuit wat God zelf gezegd heeft.


En dan is het zo mooi, dat er juist rond Israël ook zoveel tekenen zijn, dat God inderdaad doet wat Hij belooft. Het is en blijft een bijzonder volk, de geschiedenis door. Het feit dat Israël weer in een eigen staat mag wonen is zo’n teken van Gods trouw.

Daarmee zijn de handelingen van God in de geschiedenis niet na te rekenen. En het is zeker niet zo dat het allemaal daden van God zijn die in Israël gebeuren. Er gebeurt veel menselijks. Maar het valt niet te ontkennen, dat er juist in de geschiedenis van Israël ook iets oplicht van de concrete vervulling van beloften van God, die niet loslaat wat Hij begon.


Wat ik ook belangrijk vind in de ontmoeting met Israël is te luisteren naar de manier waarop Israël zelf met Gods Woord leeft. Daarin is een geloofsbeleving die ons soms vreemd aandoet. Men wil tot het uiterste zoeken hoe men in het concrete leven met Gods geboden kan omgaan. Maar ook: hoe men in het gewone leven God kan prijzen voor de dingen van elke dag. Het geloof stempelt zo het alledaagse leven.

Ik heb gemerkt dat daar ook bij ons veel behoefte aan is: om het geloof wat concreter te maken voor de gewone beslissingen en gebeurtenissen van elke dag. Wanneer je ziet hoe het woord van God het dagelijks leven van een gelovige Jood stempelt en hoe dat beleefd wordt, kan daar ook voor eigen geloofsbeleving veel van leren.

Moet Israël ook een plaats hebben in de verkondiging van de kerk, en zo ja, welke?

Israël zal op verschillende manieren een plaats krijgen in de verkondiging.


Allereerst zal het besef van de trouw van God aan zijn beloften de verkondiging van Gods woord dragen. Wanneer wij spreken over een woord van God voor Israël zul je blijven beseffen, dat dat een woord is dat nog steeds voor Gods oude verbondsvolk geldt. Dat kan ons behoeden voor een al te vlot vergeestelijken, waarbij de concreetheid van dat woord en van Gods handelen in de geschiedenis verbleekt.


Daarbij komt dat de manier waarop Israël zelf met het Oude Testament leeft ook nog steeds van belang is voor ons. Dit herinnert ons aan het feit dat Gods beloften gericht zijn op een leven met Hem, dat gestalte zal krijgen in een leven op aarde, als zijn schepselen. Onze ogen kunnen opengaan voor eenzijdigheden die in ons eigen geestelijk leven kunnen zijn binnengekomen in de loop van de geschiedenis.


Verder zal naast de verkondiging ook het gebed voor Israël een blijvende plaats moeten hebben in ons leven. Want naast de dingen die wij van Israël kunnen leren als we eerlijk willen luisteren, blijft er de pijn over het feit dat het grootste deel van Israël de Here Jezus niet als Zaligmaker heeft leren kennen. Naast het getuigenis zal daarom ook het gebed een grote plaats in de betrokkenheid op Israël innemen.

U kent de kerken van binnenuit. Heb u ook een idee welke plaats Israël binnen de kerken inneemt en nog meer toegespitst, welke plaats Israël bij het gewone kerklid inneemt?

Vanouds heeft de aandacht voor Israël een grote plaats in onze kerken. Het viel me onlangs in Israël opnieuw op, met hoeveel waardering nog steeds gesproken wordt over de Israëlwerkers die vanuit onze kerken naar Jeruzalem zijn uitgezonden, met prof. Boertien als pionier. Dat werk is altijd door velen in onze kerken gedragen.


Voor menigeen in onze kerken heeft Israël een bijzondere plaats, in het denken, in de verwachting en in de gebeden. Juist daarom kan het verwarrend zijn als Israël in politiek opzicht beslissingen neemt waar je anders over kunt denken, zelfs als je de beslissingen vanuit het oogpunt van verdediging begrijpen kunt.

De moeilijkheid is hoe je vanuit het geloof een goede houding tegenover het Israël van vandaag in moet nemen. Vanuit het besef van de trouw van God voor zijn volk en vanuit het besef dat wat mensen doen fout kan zijn, ook in Israël. En dan ook nog eens vanuit het besef dat wij heel bescheiden hebben te zijn, na alles wat door de kerk of in naam van de kerk Israël is aangedaan in de geschiedenis.

In het voorjaar hebben we als Centrum voor Israëlstudies een symposium gepland om over deze vragen na te denken, op 24 maart, met als thema: bidden om vrede voor Jeruzalem, maar hoe? Drs. Rodenburg zal in zijn lezingen tijdens zijn werkbezoek in het voorjaar extra aandacht geeft aan de situatie van de Palestijnse christenen in Israël.

Wat kan de kerk van Israël leren? Wat ontvangen we van dit volk?

Gods verbond is via Israël tot ons gekomen.

Ik heb al gezegd, dat we als kerk veel kunnen leren van de manier waarop Israël met Gods woord leeft. Doordat we daar als kerk kennis van nemen, kunnen we zelf nieuwe aspecten van dat woord van God en het leven in Gods verbond ontdekken. Ik noemde al de concreetheid van Gods beloften, het leven in gehoorzaamheid, de lofprijzing, en in alles telkens weer de trouw van God.


Daarnaast kunnen ook specifieke onderwerpen genoemd worden, centrale thema‘s die van belang zijn voor de beleving van het geloof. Eén thema hebben we op een studiedag, op 25 september j.l. ter hand genomen, het thema ‘verzoening’. Drs. Rodenburg uit Jeruzalem en een Joods theoloog uit Nederland hebben belicht wat Israël ons daarover te zeggen heeft. Het bleek dat Israël dezelfde kernwoorden kent als wij in het geloof, maar er toch anders mee omgaat. Dat kan de blik van de kerk verbreden en het besef verdiepen van wat God in zijn woord aan ons geschonken heeft.


Er zou meer te noemen zijn. Het belangrijkste is dat we volgens Gods eigen woord eenvoudig niet aan Israël voorbij kunnen gaan als kerk. Hunner zijn de beloften, uit hen is de Christus naar het vlees. Door hen komt de zegen van de God van Israël ook tot ons. Israël is de edele olijfboom, waarin wij als wilde takken geënt zijn.

Het is Gods onvoorstelbare genade, dat Hij ondanks alle ontrouw van Israël én van ons uit de volkeren, toch via Israël zijn belofte waargemaakt heeft en waar zal maken. Wie daarover nadenkt gaat steeds groter denken van Gods genade en van zijn trouw.

Drs. Mulder, hartelijk gefeliciteerd met uw benoeming bij het CIS en bedankt voor de beantwoording van de vragen. We wensen u een zegenrijke werkperiode toe.

C.J. van den Boogert
Vrede over Israël jrg. 50 nr. 5 (nov. 2006)
www.kerkenisrael.nl/vrede-over-israel

vrede-over-israel