’t Liep tegen het nieuwe jaar

Joods Nieuwjaar en het Nieuwe Testament

Het eerste zinnetje zal u bekend voorkomen als een regel uit een bekend kerstversje. Erover nadenkend of het in het Nieuwe Testament eigenlijk wel gaat over nieuwjaar, kwam me dit in de gedachten als misschien de enige verbinding. Maar dit is natuurlijk geen bijbelplaats en het gaat ook verder niet op, want de datum van de geboorte van de Here Jezus wordt niet genoemd en had zeker niet te maken met ons nieuwjaar.


Ons nieuwjaar begint op 1 januari, maar het bijbelse jaar loopt anders en begint op een andere datum. En eigenlijk is het nog ingewikkelder: in het huidige Israël wordt op een paar manieren en op meerdere data nieuwjaar gevierd. Je kunt haast zeggen dat het altijd wel tegen het nieuwe jaar loopt.

Het blazen op de hoorn

De eerste dag van de zevende maand, de maand Tisjri, echter is verreweg de belangrijkste dag. Op het joodse nieuwjaar verandert niet alleen het jaartal, maar het is ook een religieuze feestdag op een veel verder gaande manier dan bij ons. Met nieuwjaar begint de hele serie van de najaars­feesten waaraan deze aflevering van Vrede over Israël is gewijd.


In Israël wordt deze dag gewoonlijk Rosh HaShana, begin van het jaar, genoemd, maar er zijn nog meer namen voor, die samen een goed beeld geven van de betekenis van deze dag. We lezen over de Dag van het Gericht, en in de bijbel wordt gesproken over de Dag van het Blazen op de Hoorn.


Dat laatste geeft het meest opvallende en aansprekende van deze dag aan: er wordt op de ramshoorn geblazen. Dat gebeurt tijdens de synagoge­dienst, als een onderdeel van de liturgie. Dus niet zo maar, maar volgens vaste patronen, op bepaalde momenten en een vastgesteld aantal keren.

Het gaat bij zo’n hoorn om een eenvoudige hoorn, uitgehold en glad geslepen, maar verder niet bewerkt. Het mag eigenlijk een hoorn van ieder rein dier zijn, behalve van een rund - want het gebeuren met het gouden kalf is niet vergeten, en dat maakt de hoorn van een rund toch wat minder geschikt om tot de dienst aan de God van Israël op te roepen.

In de loop van de tijd werd het gewoonte een ramshoorn te nemen. Dat heeft te maken met een andere geschiedenis, met Gen. 22, waar Abraham bijna zijn zoon Isaak moet offeren. Wanneer de stem uit de hemel hem dan roept en gebiedt zijn zoon te sparen, ziet Abraham een ram die vastzit in de struiken: God voorziet in een offer.


Op zo’n simpele hoorn van een dier kun je geen mooie muziek maken: geen verschillende noten spelen. Wel kun je op een paar manieren blazen: in een toon, met meerdere tonen, lang of kort, vrolijk of droevig. Dat gebeurt: de verschillende blaaswijzen hebben namen, die kort genoemd worden voor de toon ten gehore wordt gebracht.

In totaal wordt er honderd keer geblazen, dus het vormt een belangrijk deel van de dienst. Waarom is dit zo belangrijk? Dat hangt samen met die nog weer andere naam van deze dag, de Dag van het Gericht.


Die hoorn klinkt vaak in de bijbel, wanneer er iets heel bijzonders staat te gebeuren. U kunt denken aan Ex. 20, de wetgeving op de berg Sinaï. Maar het is ook een waarschuwen voor gevaar, het blazen had een functie in de oorlog. En er wordt oordeel mee aangekondigd: het laatste oordeel, dat God spreken zal (Jes.27:13), maar ook andere oordelen.

In dit verband van Rosh HaShana gaat het om het oordeel van God over het nieuw begonnen jaar. Hij bepaalt, wat er gebeuren zal. In Israël wenst men elkaar dan ook niet gelukkig nieuwjaar of iets dergelijks, maar moge je voor een goed jaar zijn opgeschreven. De tonen van de ramshoorn willen de mensen bewust maken van dit gebeuren, en hen ook oproepen zich te bekeren en goed te maken wat ze verkeerd hebben gedaan.

Tot de Grote Verzoendag, de dag dat het oordeel wordt verzegeld, zijn er nog tien dagen. Tien dagen, de ontzagwekkende dagen genoemd, waarin de mensen de tijd hebben na te denken over hun leven en dan ook daarnaar te handelen. Tien dagen waarin de mens een bepaalde invloed heeft op dat oordeel.

Het Nieuwe Testament

Wat vinden we hiervan in het Nieuwe Testament? Op het eerste gezicht niet veel. Er is geen sprake van nieuwjaar en de feestdag wordt niet genoemd. Wel zijn er natuurlijk veel teksten over bekering en oordeel, die op de een of andere manier hiermee verbonden kunnen worden. Het is echter de vraag, of dat dan met het joodse feest nog iets te maken heeft.


De eenvoudigste manier om sporen van het feest te vinden, is misschien het zoeken naar die typische ramshoorn. Die kan dan ook nog in verband staan met hoornblazen bij andere gelegenheden (zoals in 1 Cor. 14:8), maar als meest opvallende element van het feest van nieuwjaar moet hij wel terug te vinden zijn.

Toch moeten we wel wat zoeken, want hij zit verstopt in andere muziek­instrumenten, in bazuinen en trompetten. Het is in de bijbel niet altijd duidelijk, hoe het zit met muziekinstrumenten. In het Oude Testament zijn er hoorns en ook een soort trompetten van metaal, die in de tempeldienst wel gebruikt werden en later verdwijnen. Maar heel veel van wat in het Nieuwe Testament als bazuin of iets dergelijks wordt omschreven, is in feite een ramshoorn.


Wanneer het over bazuinen, hoorns, gaat, is dat in het Nieuwe Testament vaak in verband met een oordeel. Maar, anders dan in het Oude Testament en bij het joodse feest, is het oordeel dat de muziekinstrumenten aankondi­gen bijna altijd het laatste oordeel.

Zo in Mt. 24:31, in het hoofdstuk over de laatste dingen, waar gezegd wordt dat bij de komst van de Zoon des mensen Hij zijn engelen zal uit­zenden met luid bazuingeschal.

Ook in 1 Cor. 15 gaat het over de opstanding: in een ondeelbaar ogenblik, bij de laatste bazuin, want de bazuin zal klinken en de doden zullen onvergankelijk opgewekt worden en wij zullen veranderd worden.

Het gaat hier niet zonder meer over het joodse nieuwjaarsfeest, maar wel komen bazuin en oordeel in de teksten samen, en daarmee de hoofd­inhoud van die dag.

De Openbaring aan Johannes

Een hele rij bazuinen is te vinden in de Openbaring aan Johannes: zeven engelen verschijnen daar met zeven bazuinen (8:2). Ze kondigen ook oordelen aan, net zoals bij de andere zeventallen, de zeven zegels en de zeven schalen, in dit boek. Het zal velen niet verbazen, dat we juist hier elementen van het nieuwjaarsfeest terugvinden.

De Openbaring staat dikwijls bekend als een boek vol oordeel. Dat klopt maar heel gedeeltelijk, maar in ieder geval op een aantal plaatsen vinden we nog andere herinneringen aan de sfeer van Rosh HaShana. De Here God zit op een troon (4:2), de boeken worden geopend (20:12).

Wanneer de engelen dan op de bazuinen of ramshoorns gaan blazen, wordt precies beschreven, wat er gebeurt. De eerste vier worden vrij kort genoemd, de vijfde en de zesde bazuin kondigen veel ingewikkelder gebeurtenissen aan, en dan moeten we een hele tijd wachten, anderhalf hoofdstuk, voordat de zevende bazuin geblazen wordt.

Als dat gebeurt (11:15), volgt echter niet de beschrijving van weer een ramp over de aarde en de mensen, maar er klinken stemmen in de hemel, die zeggen: Het koningschap over de wereld is gekomen aan onze Here en aan zijn Gezalfde, en Hij zal als koning heersen tot in alle eeuwigheden.

Er volgt dan nog een hemelse aanbidding, de tempel van God, die in de hemel is, gaat open en de ark van het verbond wordt zichtbaar, hetgeen begeleid wordt door natuurverschijnselen (vs. 19). Dat is opmerkelijk, en zegt misschien meer over de Openbaring dan de eerste zes bazuinen. Het gaat niet om oordelen zonder meer, maar om de God van Israël, die op de troon zit, en om het Lam. Dan brengt de zevende hoorn al het koningschap en wordt het verbond aangewezen als de binnenste waarheid van het gehele gebeuren.

Oordeel en verzoening

Men zou kunnen denken, dat daar dan wel het onderscheid met het joodse feest zal liggen, maar dat gaat niet op. De overeenkomsten zijn hier groter dan de verschillen. De gang van de tien dagen tussen Nieuwjaar en Grote Verzoendag is ook de gang van oordeel naar verzoening. Niet, dat het oordeel in het niets verdwijnt, maar het gaat door de verzoening heen, en het wordt duidelijk, wie het is, die op de troon zit: de God van het verbond.


Dat is op Rosh HaShana al te merken: er wordt op een hoorn geblazen als oproep aan de mensen, als waarschuwing, als aankondiging van oordeel. Maar op het oplettend kijken en luisteren komt het aan. Zoals vaker blijkt het in het jodendom dan toch anders te zijn dan veel christenen denken. Het is een ramshoorn - de hoorn van Genesis 22, van de geschiedenis van Isaak, die gebonden, maar niet geofferd werd. Het gaat door de verzoening heen, het verbond moet mee-bedacht worden in alle woorden over bekering en gericht.

Daarin heeft het joodse nieuwjaarsfeest een diep verband met het Nieuwe Testament - en voor de goede verstaander dus ook met het Kerst­feest, het begin van de nieuwe tijd. Het staat er niet, maar die engelen van Lukas 2, hadden die geen muziekinstrumenten? Bazuinen of ramshoorns? ’t Liep tegen het nieuwe jaar.

H.M. van der Vegt
Vrede over Israël jrg. 38 nr. 4 (juni 1994)
www.kerkenisrael.nl/vrede-over-israel

vrede-over-israel