Het Loofhuttenfeest en het Nieuwe Testament

Het Loofhuttenfeest in het Oude Testament en de joodse traditie

Loofhutten (Soekot) is voor de joden hét feest. Het feest bij uitstek. Een zeven dagen durend feest, dat direct aansluitend aan Grote Verzoendag wordt gevierd. De eerste dag lijkt op een sabbat. Op de achtste dag vordt het Slotfeest gevierd (Num. 29:35). De dag na het Slotfeest heet Simchat Tora (Vreugde der Wet), maar die feestdag staat min of meer los van Loofhutten.


We lezen over het Loofhuttenfeest o.a. in Ex. 23:14 en 34:22. Het wordt genoemd het feest van de inzameling, bedoeld is de inzameling van de oogst. In de herfst worden de laatste vruchten geoogst, o.a. de druiven, olijven, vijgen, dadels. Bijzonderheden over het feest vinden we in Lev. 23:33-43, Num. 29:12-39 en Deut. 16:13-15.

In Num. 29 wordt uitvoerig ingegaan op de offers, die op Loofhutten in de tempel worden gebracht. We lezen voor elke dag het precieze aantal. Wat de stieren betreft komen we dan voor de zeven dagen van het feest op een aantal van 70 stieren. Volgens de joodse traditie worden met deze 70 stieren de volken bedoeld.

We vermelden ook nog 1 Koningen 8:2, waar we lezen dat Salomo op het feest van de zevende maand Loofhutten de tempel inwijdde (Gods woning = Gods tent onder de mensen).

In Nehemia 8 horen we dat Ezra in de zevende maand de wet voorleest ten aanhoren van het volk en dat het volk het Loofhuttenfeest gaat vieren (verzen 14-19).

In 2 Kron. 7:8 en 9 en in Ezech. 45:25 wordt Loofhutten kortweg hét feest genoemd.

Uiteraard noemen we hier ook Zacharia 14, waar geprofeteerd wordt over de volken dat ze elk jaar zullen optrekken naar Jeruzalem om met Israël samen het Loofhuttenfeest te vieren.


Uit deze gegevens wordt duidelijk, dat aan het Loofhuttenfeest verbonden is:


In later tijd is in Jeruzalem een uitbundig waterschepfeest aan Loofhutten toegevoegd. In een plechtige processie werd het water, dat uit de Siloam-bron geput was, naar het tempelplein gebracht en daar uitgegoten. Dit ging gepaard met zeer grote vreugde. Het element van het water kreeg ook een plaats in de gebeden van het feest. Het is de vraag aan God om spoedig regen te geven terwille van het nieuwe seizoen.


Ook werd aan Loofhutten een lichtfeest verbonden. Men zegt dat er in Jeruzalem zulke grote vuren gestookt werden dat het ’s nachts helder was als overdag.

Loofhuttenfeest in het Nieuwe Testament

Als we nu het Nieuwe Testament opslaan om te zien of daar verwijzingen naar het Loofhuttenfeest te vinden zijn, dan moeten we onderscheid maken tussen uitdrukkelijke en bedekte verwijzingen.

Vervolgens letten we op de incidentele en structurele aard van de bedekte verwijzingen.

Ten slotte letten we erop of het thema van het Loofhuttenfeest - onder­weg zijn onder Gods hoede - in het Nieuwe Testament terug te vinden is.

a. Eén keer het woord Loofhutten.

We stellen vast dat van de drie grote pelgrimsfeesten van Israël het joodse Paas- en Pinksterfeest een parallel hebben ontvangen in het Nieuwe Testament, maar dat dit niet geldt voor het Loofhuttenfeest. Dit opvallende feit heeft alle eeuwen door de aandacht getrokken. Een sluitende verklaring is er echter niet voor te geven.


In het Nieuwe Testament komen we de uitdrukkelijke vermelding van het Loofhuttenfeest één keer tegen. En wel in Joh. 7:2, waar staat: Nu was het feest der Joden, Loofhutten nabij. Een erg rijke oogst kan men dit niet noemen.

Als we echter Johannes 7 en 8 nauwkeurig lezen vinden we hier ver­schillende aanduidingen en motieven, die met Loofhuttenfeest in verband staan. Zo lezen we in Joh. 7:8, 10, 14, 37 over het feest. De gebeurte­nissen, die daar beschreven worden, hebben plaatsgevonden op dit feest. En dan is opmerkelijk, dat in Joh. 7 en 8 gesproken wordt over het water des levens en het licht der wereld. Water en licht doen denken aan de waterprocessie en het lichtfeest. Onder bijbelgeleerden is men er algemeen van overtuigd, dat we voor de verklaring van Joh. 7 en 8 rekening moeten houden met de viering van het Loofhuttenfeest, zoals dat in Jezus’ dagen plaatsvond.

b. bedekte verwijzingen van incidentele aard

Enkele minder uitdrukkelijke verwijzingen naar het Loofhuttenfeest vinden we in Marcus 9:2-13 (en parallelle plaatsen), de verheerlijking op de berg, waar Petrus spreekt over tenten; in Marcus 11:1-10 (en par. plaatsen), de intocht in Jeruzalem, waar gezwaaid wordt met palmtakken en Hosanna wordt geroepen; verder in Openbaring 7:9, de schare met de palmtakken; en in Openb. 21:3, Gods tent bij de mensen. In een nog verder verwijderd verband zou men ook nog kunnen denken aan Joh. 1:14, het vlees geworden Woord heeft onder ons getabernakeld (de tent opgeslagen). De meningen van de bijbelgeleerden zijn verdeeld over de vraag of deze bedekte verwijzingen van incidentele aard inhoudelijk in verband gebracht moeten worden met Loofhutten.

c. bedekte verwijzingen van structurele aard

In onze tijd wordt er van verschillende kanten op gewezen, dat er in de Evangeliën een structuur te ontdekken valt die samenhangt met het zeer oude joodse synagogale gebruik om de Tora (de vijf boeken van Mozes) in één jaar of in drie jaar geheel door te lezen. De Tora wordt dan zo verdeeld, dat ten tijde van de grote feesten ook die gedeelten aan de orde zijn die op die feesten betrekking hebben. De gedachte is nu, dat ook de Evangeliën deze structuur kennen.

Een pleitbezorger van deze gedachte is dr. D. Monshouwer. In zijn proefschrift Markus en de Torah probeert hij aan te tonen, dat er een relatie is tussen het Evangelie naar Markus en de synagogale lezingen in de eerste eeuw.

Zijn conclusie is dat in vroeg-christelijke tijden de christelijke gemeente elk jaar ten tijde van het Loofhuttenfeest Markus 6:30-9:13 las. Met andere woorden: in Markus 6:30-9:13 komen we allerlei verwijzingen tegen die te maken hebben met het Loofhuttenfeest. Een zelfde structuur zou ook in de andere Evangeliën te ontdekken zijn. In het boek Johannes, De evangelist van de feesten, dat D. Monshouwer samen met J.P. Boendermaker schreef, komt er het een en ander van naar voren met betrekking tot het Evangelie naar Johannes. En zo kent ook Lukas in de hoofdstukken 12-14 bedekte verwijzingen naar het Loofhuttenfeest.

Hoewel er door D. Monshouwer boeiende gedachten worden ontvouwd maakt het geheel op mij toch geen overtuigende indruk. De verwijzingen zijn vaak erg vaag. En de gedeelten uit het Evangelie die bij een bepaalde zondagse lezing horen zijn soms zo klein - omdat de zestien hoofdstukken van Markus over 52 zondagen verdeeld moeten worden - dat er m.i. van een keurslijf sprake is. Verder is er uit de kerkgeschiedenis (liturgie­geschie­denis) weinig bekend over doorgaande lezingen van de Evangeliën. Ook is het nog steeds geen uitgemaakte zaak in welke orde de synagoge in het begin van onze jaartelling (toen Markus zijn Evangelie schreef) de Tora las. Het onderzoek naar de liturgische structuur van de Evangeliën zal hopelijk in de toekomst nog eens meer duidelijkheid geven over deze kwestie.

d. het thema van het Loofhuttenfeest

Ongetwijfeld is Loofhutten niet met één thema aan te duiden. Naast bewaring onderweg kunnen we ook de volgende trefwoorden plaatsen bij het Loofhuttenfeest: dankbaarheid voor de oogst, water, licht, verwachting, Israël en de volken enz.

Toch klopt het hart van het Loofhuttenfeest in de gedachtenis aan Gods bewaring toen het volk onderweg was in de woestijn naar het land van de belofte. Aan Gods bescherming is alles gelegen. Dat thema komen we in het Nieuwe Testament op vele plaatsen tegen. We kunnen denken aan de woorden over de bezorgdheid (Matth. 6:19-34), het wonen in een aardse tent (2 Kor. 5:1, 2 Petr. 1:13-14), het onderweg zijn naar de rust die God geeft (Hebr. 4:1-13).


Opmerkelijk is wat dr. H. Vreekamp schrijft in zijn boek Gedachten over gedenken (pag. 140v). Nadat hij eerst heeft opgemerkt dat het tot nadenken blijft stemmen waarom in de kerk geen tegenhanger van het Loofhutten­feest is ontstaan, schrijft hij:

Het ontbreken van een viering in de geest van Loofhuttenfeest lijkt verwant met de verwaarlozing die het laatste bijbelboek in de eredienst van de gemeente ten deel is gevallen. In de Openbaring van Jezus Christus aan Johannes is namelijk voor onderweg gegeven een liturgie, die allerwegen doet denken aan de klanken van de loofhuttenviering. Wanneer de kerk zich meer zou verdiepen in het gedenken van Israël tijdens de week van Soekot, het oor meer te luisteren zou leggen bij de profetie van Zacharja en van Johannes van Patmos... dan zou ongetwij­feld in haar gedenken de verwachting van het komen van God helderder uitstralen.


Uit bovenstaande blijkt dat, al is er onder de christelijke feesten geen tegen­hanger van het Loofhuttenfeest, het gedachtengoed dat met Loofhutten­feest verbonden is in het Nieuwe Testament is terug te vinden.

In de christelijke liturgie komt er echter weinig van door.

Mogelijk dat er in de christelijke verkondiging wel allerlei noties, die op Loofhutten van belang zijn, aan de orde komen.


In ieder geval mag van degenen die geroepen zijn tot verkondiging ver­wacht worden, dat zij de gemeente betrekken bij de thema’s waar het in het Loofhuttenfeest om gaat.

M.W. Vrijhof
Vrede over Israël jrg. 38 nr. 4 (juni 1994)
www.kerkenisrael.nl/vrede-over-israel

vrede-over-israel