Opbrengst Joods Bijbellezen


De afgelopen twee jaren hebben joodse en christelijke schrijvers samen het Mattheüs­evangelie gelezen en besproken. Veel mensen hebben via een tweewekelijkse mail meegelezen met de resultaten. Wat heeft het opgeleverd?


Het Centrum voor Israëlstudies staat in een lange (CGK-) traditie. Al vanaf de jaren zestig is een theoloog (vaak een predikant) uitgezonden geweest naar Jeruzalem voor het getuigend gesprek met het jodendom. Deze decennia hebben ons als kerken een schat aan informatie opgeleverd over het jodendom en de joods-christelijke dialoog. Via gemeenteavonden en artikelen hebben we veel kunnen leren over het werk in Jeruzalem en over het jodendom.

Dubbele uitleg

Desondanks zochten we naar wegen om de vruchten van de levende ontmoeting meer zichtbaar te maken voor Nederlandse christenen. Dan denken we met name aan de joodse uitleg van de Schriften. Dat is op zich niet nieuw. Veel voor ons belangrijke theologen uit het verleden hadden al contacten met rabbijnen om te leren van hun Schriftuitleg.

Ongeveer vier jaar geleden startten we met het parasja-project. Wekelijks infor­meerden we via de mail geïnteresseerden met de uitleg van diverse rabbijnen bij de wekelijkse Thora-lezing in de synagoge. Ruim twee jaar geleden zijn we het Mattheüs-project gestart. Dit keer met juist een dubbele uitleg van een joodse en christelijke auteur. Het bijzondere is dat de bijdragen niet meer alleen van achter een computer tot stand kwamen, maar in onderling gesprek en ontmoeting.

Jesaja-project

Nu we de bespreking van het Mattheüsevangelie hebben afgerond zijn we gestart met een nieuw project: het Jesaja-project. Opnieuw doen we dat door middel van het joods-christelijke gesprek, waarmee dr. Dani Evers op een avond van het CIS op 9 april een begin maakte.

Ondertussen waren we heel benieuwd hoe de lezers het hebben ervaren. Hebben zij nieuwe dingen geleerd? Liefst 174 lezers hebben de moeite genomen om een uit­gebreide vragenlijst in te vullen.

Allereerst zien we dat de lezers veel informatie hebben ontvangen over de joodse Bijbeluitleg. Deze is niet alleen inhoudelijk regelmatig anders dan de gangbare christelijke uitleg, ook de wijze van uitleg is anders. Meer associatief, schrijft een lezer. Humor heeft daarin ook een grote plaats.

Wat zowel bij de joodse auteurs als christelijke lezers is opgevallen is dat het Mattheüs­evangelie geen westers boek is, maar een door en door joods boek. Alles verwijst terug naar het Oude Testament. Die gedachte was uiteraard bekend. Maar bij sommige (vele?) christenen heerste toch het gevoel dat de verschillen tussen het Oude en het Nieuwe Testament groter zijn dan de doorgaande lijn.

Wie is Jezus?

Joodse auteurs leren ons dus veel over ‘onze eigen’ Bijbel. Het Nieuwe Testament komt dichter naar ons toe als we het joodse karakter serieus nemen. Mooi is dat diverse lezers anders naar het huidige jodendom zijn gaan kijken. Door de vooronderstelling dat Jezus een andere religie kwam brengen en het jodendom verwierp, is door een aantal lezers toch een dikke streep gezet.

Overigens is het voor de lezers duidelijk geworden dat de rabbijnse exegese en de christelijke exegese andere wegen zijn gegaan. Dat verschil in uitleg was vaak informatief voor de lezer, maar ook wel verwarrend. Verwarring zien we overigens niet als iets negatiefs. Het kan leiden tot verdieping en zo heilzaam zijn.

Ten diepste komen we toch uit bij de vraag die veel tijdgenoten van Jezus ook stelden: 'Wie is Hij toch?'

Met deze resultaten zijn we blij dat we verder kunnen met het Jesaja-project. U kunt zich via de website www.hetcis.nl gratis aanmelden.

Drs. J. Bonhof is directeur van het Centrum voor Israëlstudies

drs. Joan Bonhof
Verbonden jrg. 68 nr. 2 (mei 2024)
www.kerkenisrael.nl/verbonden

verbonden