Hier ziet u hoe de pagina er ongeveer uit komt te zien als u die afdrukt.
Plaatjes en enkele andere elementen worden niet weergegeven.
Dit gedeelte (met rode achtergrond) wordt niet geprint.
De uiteindelijke afdruk kan een andere regellengte hebben.


normale weergave

print deze pagina


Een soeka op het balkon

Een soeka op het balkon


Dit jaar maakten we voor het eerst de grote Joodse najaarsfeesten (Rosj Hasjana, Jom Kipoer en Soekot) van nabij mee. Het raakte ons. Een impressie.


‘Papa, kijk eens wat ik van de juf heb gekregen.’ De scholen waren na de zomer­vakantie goed en wel gestart of het eerste feest kondigde zich aan. Snoep, honing en een nieuwe kalender. Met een tevreden glimlach stalt onze zoon zijn schatten uit op tafel. Rosj Hasjana (Joods Nieuwjaar) is in aantocht. De kinderen kunnen veel waardering opbrengen voor het feest. Het levert niet alleen een extra vrije dag op, maar zorgt ook voor de nodige zoetig­heden in huis. ‘Moge het een zoet nieuw jaar worden’, zo klinkt overal de gebruikelijk nieuwjaarswens.

Met de zoetigheid is het echter snel gedaan. Rosj Hasjana geldt namelijk ook als aftrap van de zogenaamde Tien Geduchte Dagen. Deze tijd tussen Rosj Hasjana en Jom Kipoer geldt als de periode bij uitstek waarin iedere religieuze Jood zich bezint op zijn verhouding tot de naaste en tot God (in die volgorde). Veel Joden vasten ook.

Fiets

De bezinnende dagen eindigen met Jom Kipoer. Het is indrukwekkend om voor de eerste keer Grote Verzoendag mee te maken in Israël. Dat dit feest geldt als de heiligste van alle heilige dagen, ontgaat zelfs een onwetende toerist niet. Na zons­ondergang daalt over het westelijke deel van Jeruzalem een weldadige stilte neer. Een dag lang blijft de auto staan. De straat is het domein van uitgelaten kinderen.

De sfeer op Jom Kipoer is ernstig en drukkend. Een Jood beseft: vandaag velt God een oordeel over mijn leven. Voor gastronomisch genot of digitaal plezier is geen ruimte. Het overgrote deel van de Joden vast en schuift ook de mobiele telefoon opzij.

Stemmetje

Jom Kipoer doet ongevraagd ook een beroep op de ‘vreemdeling’. De fietstocht die we als gezin maken op de verlaten wegen is een leuke ervaring. Toch klinkt er tegelijk een stemmetje van binnen dat zegt: ‘Hoe ernstig neem jij het oordeel van God? Is de vraag naar verzoening met God ook jou het ontzeggen van dagelijkse genietingen waard?’

En dan nog dit. Het christendom kent ook zijn Grote Verzoendag. Op Goede Vrijdag staan we stil bij de zonde die is verzoend door het bloed van Jezus Christus. Dat is nogal wat! En wat doen wij christenen ondertussen op onze Grote Verzoen­dag? Inderdaad, we gaan ’s avonds ook nog even naar de kerk.

De confrontatie met het Jodendom houdt mij een spiegel voor: hoe centraal staat de verzoening met God in mijn leven? Is de vraag naar verzoening met God, of meer nog: het vieren van het verzoend-zijn met God in Christus Jezus, mij meer waard dan een kerkdienst op Goede Vrijdagavond?

Soeka

Na Jom Kipoer krijgt de maand Tisjri een ander karakter. Gedurende de eerste dagen van de maand domineert de ernst van de vraag om verzoening met God. In de tweede helft van de maand barst de daadwerkelijke feestvreugde los. Daar is alle reden toe, zo redeneert een Jood. Het vertrekpunt na Jom Kipoer is een verzoend leven met God. Daar komt tijdens Soekot het bewustzijn bij dat je ook je dagelijkse leven mag leven onder de hoede van een zorgzame God.

Tijdens Soekot (Loofhuttenfeest) herdenkt het Joodse volk de tocht door de woestijn. Om de ervaring van hun voorouders, die als nomaden door de woestijn trokken, zintuigelijk dichterbij te brengen, bivakkeert een religieuze Jood een week lang in een hutje in zijn tuin of op zijn balkon. De bouwvoorschriften voor dit onder­komen, de soeka, zijn gedetailleerd. Belangrijkste is wel dat de soeka een dak bevat met kieren. De hemel moet vanuit de hut zichtbaar zijn.

Op aandringen van onze kinderen verschijnt er ook op ons balkon een soeka. Het is een kant-en-klaar onderkomen dat tijdens Soekot overal in de stad voor een schappelijk bedrag wordt aangeboden. Een paar vrolijke kinderwerkjes en vijf grote palmtakken die we vonden langs de weg maken de hut compleet.

Overgave

En dan komt het volgende verzoek van de kinderen: ‘Mogen we in de soeka slapen?’ Dat mag, mits ze ook daadwerkelijk in de hut gaan slápen. Het is een groot succes. De glimlach op de gezichtjes de volgende morgen spreekt boekdelen.

Als ouders kun je niet achterblijven. Ik moet bij mezelf wel enkele weerstanden doorbreken. Je ontzegt jezelf je eigen comfortabele bed en ruilt de veiligheid en voorspelbaarheid van je huis in voor de onberekenbaarheid van de elementen.

Daar lig je dan; de sterren pinkelen aan de lucht, de wind suist om je oren, de palmtakken ritselen...

Het feest treft doel. Mijn gedachten ontstijgen het fragiele dak van bamboe­takken. Ook ik ben op reis door de woestijn naar een beter Vaderland. Maar houd ik me niet te veel op door me te laven aan de welvaart en het geluk in de oases van dit leven? Op papier is er zeker ruimte voor God, maar durf ik mijn veiligheid en voor­spel­baarheid vaarwel te zeggen en mijn hele hebben en houden in Gods handen te leggen?

Die avond in de soeka weet ik het: ‘Er is er Een Die voor mij zorgt.’ Ik val heerlijk in slaap.

A. Groothedde
Verbonden jrg. 62 nr. 4 (nov. 2018)
www.kerkenisrael.nl/verbonden

verbonden