jaar maand maand jaar


adar / nisan 5783

Z
M
D
W
D
V
Z
met telkens de
parasja van de week
sjabbat
1
8
adar

 

woensdag
2
9
adar

 

donderdag
3
10
adar

 

vrijdag
4
11
adar

 

zaterdag
תצוה
Ex. 27:20-30:10
Ezech. 43:10-27
tetsavè
5
12
adar

zondag
6
13
adar

 

maandag
7
14
adar

 

dinsdag
8
15
adar

 

woensdag
9
16
adar

 

donderdag
10
17
adar

 

vrijdag
11
18
adar

 

zaterdag
כי תשא
Ex. 30:11-34:35
1Kon. 18:1-39
ki tiessà
12
19
adar

zondag
13
20
adar

 

maandag
14
21
adar

 

dinsdag
15
22
adar

 

woensdag
16
23
adar

 

donderdag
17
24
adar

 

vrijdag
18
25
adar

 

zaterdag
ויקהל
Ex. 35:1-38:20
1Kon. 7:40-50
פקודי
Ex. 38:21-40:38
1Kon. 7:51-8:21
wajakheel & pekoedé
19
26
adar

zondag
20
27
adar

 

maandag
21
28
adar

 

dinsdag
22
29
adar

 

woensdag
23
1
nisan

 

donderdag
24
2
nisan

 

vrijdag
25
3
nisan

 

zaterdag
ויקרא
Lev. 1:1-5:26
Jes. 43:21-44:23
wajikrá
26
4
nisan

zondag
27
5
nisan

 

maandag
28
6
nisan

 

dinsdag
29
7
nisan

 

woensdag
30
8
nisan

 

donderdag
31
9
nisan

 

vrijdag

Aanwijzingen:

  • In de datumvakjes staat centraal de dag naar onze telling, en rechts daarvan de Joodse datum.
  • Onder ‘sjabbat’ zie je op de onderste regel een Hebreeuws woord: dat is de naam van de parasja van de week.
    Als je de cursor daarboven laat rusten krijg je de te lezen Bijbelgedeelten.
  • Over een dagnummer heen kan de naam van een joodse feest- of vastendag staan; klik voor informatie.