jaar maand maand jaar


nisan / iar 5783

Z
M
D
W
D
V
Z
met telkens de
parasja van de week
sjabbat
1
10
nisan

 

zaterdag
2
11
nisan

Palmpasen

zondag
3
12
nisan

 

maandag
4
13
nisan

 

dinsdag
5
14
nisan

 

woensdag
6
15
nisan

 

donderdag
7
16
nisan

Goede vrijdag

vrijdag
8
17
nisan

 

zaterdag
פסח
Ex. 33:12-34:26
Ezech. 36:37-37:14
PESACH sjabbat
9
18
nisan

Pasen

zondag
10
19
nisan

 

maandag
11
20
nisan

 

dinsdag
12
21
nisan

 

woensdag
13
22
nisan

 

donderdag
14
23
nisan

 

vrijdag
15
24
nisan

 

zaterdag
שמיני
Lev. 9:1-11:47
2Sam. 6:1-7:17
sjeminí
16
25
nisan

zondag
17
26
nisan

 

maandag
18
27
nisan

 

dinsdag
19
28
nisan

 

woensdag
20
29
nisan

 

donderdag
21
30
nisan

 

vrijdag
22
1
iar

 

zaterdag
תזריע
Lev. 12:1-13:59
2Kon. 4:42-5:19
מצרה
Lev. 14:1-15:23
2Kon. 7:3-20
tazría & metsorá
23
2
iar

zondag
24
3
iar

 

maandag
25
4
iar

 

dinsdag
26
5
iar

 

woensdag
27
6
iar

 

donderdag
28
7
iar

 

vrijdag
29
8
iar

 

zaterdag
אחרי מות
Lev. 16:1-18:30
Ezech. 22:1-19
קדשים
Lev. 19:1-20:27
Amos 9:7-15
acharé mot & kedosjiem
30
9
iar

zondag

Aanwijzingen:

  • In de datumvakjes staat centraal de dag naar onze telling, en rechts daarvan de Joodse datum.
  • Onder ‘sjabbat’ zie je op de onderste regel een Hebreeuws woord: dat is de naam van de parasja van de week.
    Als je de cursor daarboven laat rusten krijg je de te lezen Bijbelgedeelten.
  • Over een dagnummer heen kan de naam van een joodse feest- of vastendag staan; klik voor informatie.