Onopgeefbaar verbonden!


Predikantenreis naar Israël

Het Centrum voor Israëlstudies kreeg gelegenheid om een studiereis voor predikanten van de Protestantse Kerk te organiseren in het kader van de verplichte postacademische educatie. Het CIS kreeg het vertrouwen van de PKN en van de Protestantse Theologische Universiteit om deze module op te zetten. Een belangrijk doel van het studieprogramma was om de verschillende visies die er in de kerk bestaan over de verbondenheid met Israël en met de Palestijnen bij elkaar te brengen.


Vijfentwintig predikanten uit de breedte van de PKN tekenden zich in. Tijdens vijf studiedagen in Nederland en een reis naar Israël van 6-20 januari kwam er veel los. Totaal verschillende ontmoetingen, een conferentie over de betekenis van het land met Joodse en Palestijnse sprekers, studiedagen met orthodoxe Joden, Messiasbelijdende Joden en Palestijnse christenen, zij brachten een verdieping aan in de visie van de deelnemers en er werden metterdaad bruggen geslagen. Eén van de deelnemers, ds. K.F.W. Borsje uit Katwijk, vroegen we zijn ervaringen met ons te delen.



Ik ben verblijd, wanneer zij tegen mij zeggen:
Wij zullen naar het huis van de HEERE gaan!
Onze voeten staan binnen uw poorten, Jeruzalem!
Psalm 122


Ga aan het eind van de vrijdagmiddag naar het plein bij de Klaagmuur en zie hoe daar van alle kanten tal van Joden toestromen om de sabbat te verwelkomen en het gebed te doen, wat bij het begin van de sabbat hoort. Joden, verspreid over de hele wereld, komen samen op de plaats, die het dichtst bij de oorspronkelijke locatie van de tempel ligt. Dan komen de woorden van Psalm 122 in gedachten, een psalm, die de vreugde van het gaan naar Gods huis verwoordt en tegelijk om vrede voor Jeruzalem bidt.

Het land Israël

Psalm 122 is een van de liederen Hamaäloth, een van de pelgrimsliederen in de Bijbel (Psalm 120-134). Deze psalmen geven weer, hoe het met Gods volk, Israël, gesteld is. Door in Israël te zijn, konden de predikanten zich door lezingen, colleges, een symposium, gesprekken en contacten zeer direct verdiepen in de vraag: Hoe verstaan wij de Bijbel in relatie tot Israël vandaag? Er was aandacht voor het Joodse volk, waaronder de Messiasbelijdende Joden, maar ook voor de Palestijnse bewoners van het land en speciaal de christenen onder hen. De situatie in Israël is uitzonderlijk. De Messiasbelijdende Gemeenten zouden door hun tussenpositie een belangrijke rol kunnen spelen. Zij verkeren echter in een zeer moeilijke positie. De twee grote bevolkingsgroepen - Joden en Palestijnen - leven grotendeels langs elkaar heen, vaak ook gedwongen door de hoge afscheidings­muur, die om veiligheidsredenen gebouwd is tussen wat genoemd wordt Israël en de Palestijnse gebieden. Dit zo te schrijven is tekenend voor de moeilijkheid van de situatie. Men zou ook kunnen schrijven: de muur scheidt het deel van Israël waar de meeste Joden wonen van de delen Samaria en Judea, waar de meeste Palestijnen wonen. Er is nog een mogelijkheid: de muur staat midden in Palestina, het land dat al eeuwen door Palestijnen wordt bewoond en waar individuele Joden mogelijk een plaats zouden kunnen hebben.

Spanning en hoop

Hoe men de muur benoemt geeft al aan op welke manier men de situatie in het land beziet. Deze ingewikkelde situatie zorgt voor spanningen en confrontaties. Tegelijkertijd leeft onder grote groepen van de bevolking het verlangen naar vrede, veiligheid en rust. Hoopvol zijn diverse initiatieven, die daarop gericht zijn, zoals de zogenaamde ‘hand-in-hand scholen’, waar Joodse en Palestijnse kinderen gezamenlijk les krijgen, de ‘Parents Circle’, een organisatie van Joodse en Palestijnse ouders, die een kind in de confrontatie hebben verloren, de stichting ‘Musalaha’, die werkt aan verzoeningsprojecten tussen Joden en Palestijnen. Daarnaast wordt theologisch en politiek nagedacht over de situatie zoals in het Bethlehem Bible College en - vanuit een heel ander perspectief - de stichting Sabeel. Tijdens de ontmoetingen hebben we de pijn aan beide zijden ervaren; en tegelijk hebben we aan beide zijden van het conflict ook - voorzichtig - tekenen van hoop zien.

Staat het leven in Israël dan zo onder druk? Wie op sabbat in het park de gezinnen ziet en de kinderen ziet spelen, ervaart dat niet direct. Wie in Jeruzalem, Bethlehem of Nazareth door de bekende gebouwen en langs de winkelstraatjes loopt, kan dat op dit moment rustig doen.

Wie echter bij de doorlaatposten van de muur komt, in Yad Vashem gaat kijken naar de gruwelen van de moord op het Joodse volk, spreekt met de over­levenden van de Holocaust of de spanning in een vluchtelingenkamp mee­maakt tijdens een opstootje, die ziet ook een andere kant. We maakten zowel het een als het ander mee tijdens deze reis.

De studiereis

Wat heeft de studiereis van het CIS opgeleverd? Naast directe contacten is veel aandacht besteed aan onderbouwing van de visie op Israël. Dat was al begonnen op de voorbereidingsdagen en tijdens de eigen studie vooraf aan de reis. Naast bijbellezen met rabbijnen en ontmoeting met diverse wetenschappers was een van de hoogtepunten een symposium met drie sprekers die elk een bijdrage leverden vanuit hun theologische expertise over de situatie in Israël, ds. dr. Yohanna Katanacho (Palestijn, christen, Bethlehem Bible College), rabbi dr. David Frenkel, (Schechter instituut voor Joodse studies) en priester dr. David Neuhaus, Jood en christen (Seminarie van het Latijnse Patriarchaat en Universiteit van Bethlehem). Niet alleen bij de lezingen, maar vooral bij de paneldiscussie bleek, dat de visies op de situatie flink uiteenlopen en men op zeer betrokken en emotionele wijze reageert op wat de anderen te berde brachten.

Kernpunten

Het studieprogramma werd opgesplitst in drie deelthema’s. Iedere predikant koos voor een eigen specifieke vraagstelling: rond ‘conflict en verzoening’, over ‘Messiasbelijdende Joden’, of over ‘de theologie van het land Israël’. Iedere groep pakte dit op een eigen manier aan. Zo kwam er binnen het programma ruimte voor allerlei persoonlijke gesprekken en contacten en werd vanuit drie verschillende invalshoeken gewerkt aan het overkoepelende thema: ‘onopgeefbaar verbonden...?!’ Door te luisteren naar geheel verschillende gesprekspartners en daar tussen de studiegroepen onderling over door te spreken, kregen we dieper oog voor de visies van anderen dan die van onszelf alleen. Dat was een duidelijke meerwaarde in deze reis: we konden niet stil blijven staan bij de bevestiging van eigen ideeën of standpunten.


Om twee voorbeelden te noemen. Een ontmoeting met een Joodse en met een Palestijnse vader, raakte diep bij de groep die zich bezig hield met het thema ‘conflict en verzoening’. Beide vaders hadden een dochter verloren, één door een terroristische aanslag, de ander door een verdwaalde politiekogel. Het was ontroerend om te zien hoe deze beide vaders bevriend geraakt waren met elkaar. Beiden wilden de pijn niet omzetten in negatieve energie, maar in energie om elkaar te zoeken, en niet voort te gaan in de cirkel van haat.


De groep die zich concentreerde op de betekenis van de landbelofte ontmoette in een Joodse nederzetting een oudere dame, die in 1948 als jonge moeder had meegemaakt dat haar man door Palestijnen geëxecuteerd werd. Het trof diep hoe zij wel hechtte aan een goede bewaking van de kibboets waar zij woonde, maar niet wilde blijven staan bij haatgevoel; zij wilde en kon goede contacten onderhouden met haar Palestijnse buren. Tekenen van hoop te midden van het conflict, ze zijn er en we kwamen deze tegen in gewone ontmoetingen met mensen aan beide zijden van het conflict.


Er rees nog wel een vraag bij de groep die zich richtte op Messiasbelijdende Joden. Zij horen bij het Joodse volk, maar hebben ook een verbinding met de christenen onder de Palestijnen. Toch hebben zij het zwaar. De meeste kerken hebben geen oecumenische contacten met deze kleine gemeenschap. Men wordt niet ‘herkend’ als kerk en het is de vraag of men dat zelf zou willen. Iets vergelijkbaars geldt voor de Joodse gemeenschap: ook van hen uit zijn er vrijwel geen banden met deze groep. Hier ligt een duidelijk appel op ons als kerken, deze broeders en zusters niet te vergeten.

Onopgeefbaar verbonden!

De situatie is complex. De predikant van de lutherse kerk te Bethlehem, ds Makari bracht het zo onder woorden:

“Menselijk gezien ben ik pessimistisch,
maar ik ben ook vol hoop,
want de hoop komt van God.”

De God van Abraham, Izak en Jacob is de God van Israël. Hij is de Vader van Jezus Christus. Om Zijnentwil is de verbondenheid met Israël en met het Palestijnse volk niet alleen onopgeefbaar, maar broodnodig.

Omwille van mijn broeders en mijn vrienden
spreek ik nu: Vrede zij in u!
(Psalm 122:8)

ds. Frans Borsje
Vrede over Israël jrg. 58 nr. 2 (apr. 2014)
www.kerkenisrael.nl/vrede-over-israel

vrede-over-israel