Gods stad, moederstad van de volken

Schriftstudie over Psalm 87


Liederen over steden kom je vaker tegen. Zo is Amsterdam al vele malen bezongen. De schoonheid van gebouwen, de sfeer van grachten, pleinen en straten, het doen en laten van de mensen in de stad, er is in de loop van de eeuwen al veel over gezegd en gezongen.

Psalm 87 is een lied over Sion, Jeruzalem. Opmerkelijk is nu dat dit lied niet is ontstaan wegens de schoonheid van de gebouwen of de roemrijke daden van de burgers van de stad, maar vanwege de HERE. Sion wordt bezongen om wat de HERE van de stad maakt.

De stad wordt genoemd ‘zijn stichting’ (vs 1). De schoonheid van Sion is de HERE zelf. Hij heeft de grondslag van Jeruzalem gelegd door haar uit te kiezen als zijn woonplaats. Het fundament is bij wijze van spreken de HERE zelf. Daarom worden de bergen waarop de stad gebouwd is ook heilig genoemd. Gewone bergen, niks bijzonders. Maar ze zijn van de HERE, speciaal door Hem bestemd voor zijn stad, zijn woning. Daarom zijn ze heilig.


Sions poorten heeft Hij lief (vs 2). Poorten gaven toegang tot de stad. Wie de poorten in handen had, had de stad in handen. In Sions poorten gaat het dan ook om de stad zelf. De HERE heeft Sion lief. Er is een bijzondere relatie tussen Jeruzalem en de HERE, meer nog dan met andere steden of dorpen in Israël. God zelf heeft die relatie gelegd. Jeruzalem, uitgekozen als de stad Gods. De stad van zijn liefde, Jeruzalem!


Daarom zijn er ook zulke geweldige dingen van Jeruzalem te zeggen. Niet vanwege de gebouwen, maar omdat de HERE een heerlijk, roemrijk God is (vs 3). En dan staat er ‘sela’. Laten we eens veronderstellen dat dit woordje een moment van rust aangeeft. Even op adem komen en de woorden die je net gezongen hebt tot je laten doordringen of opnieuw gaan zingen. Jeruzalem, stad Gods; stad van zijn liefde; heerlijke dingen zijn van haar te zeggen...


Nou, daar gaan we dan. Of liever gezegd: daar gaat de HERE aan het vertellen. Want de dichter laat Hem nu aan het woord komen. Hij vertelt de roemrijke dingen van Jeruzalem.


Rahab en Babel vermeld Ik als degenen die Mij kennen (vs 4).

Rahab, een woelig zeemonster, scheldnaam voor Egypte. Bepaald geen lieverdje voor Israël. En Babel, ook zo’n reus, die van Israëls bestaan niet veel heeft heel gelaten. ‘Ik vermeld ze als degenen die Mij kennen’, zegt de HERE, de God van Israël. Je schrikt van zulke woorden. Ze kennen de HERE, ze hebben een relatie met Hem, gaan vertrouwelijk met Hem om. Daar slik je als Israëliet even wat bij weg.

Neem nou Filistea, de oude erfvijand, en Tyrus, de machtige Fenicische - lees: heidense - handelsstad, en Ethiopië, verafgelegen, ze zijn allemaal daar - lees: in Jeruzalem - geboren.

Dat woordje ‘geboren’ komt in de psalm drie maal voor. Eerst wordt het de HERE in de mond gelegd (vs 4). Vervolgens neemt de dichter het over. ‘Ja’, zegt hij, ‘er zijn inderdaad roemrijke dingen van Sion te zeggen. Van Sion wordt gezegd: Ieder van hen is daar geboren’ (vs 5).

En dan ziet de dichter de HERE a.h.w. gebogen over een groot boek waar de volken van Hem worden opgeschreven (vs 6). En Hij telt ze: ‘Egypte, daar - in Sion - geboren; Babel, idem; Filistea, Tyrus, Ethiopië, daar geboren’. Zonder onderscheid worden. ze allemaal beschouwd als daar, in Jeruzalem, geboren. Israël en de volken, als broeders samen wonend in hun moeder-stad.


Je zou er bang van worden. Die volken - ze mogen elkaar volstrekt niet - vliegen elkaar straks in de haren zodat Jeruzalem letterlijk een puinhoop wordt.

‘O nee’, zegt de dichter, ‘Hij, de Allerhoogste, bevestigt haar’. De HERE is fundament én cement van de stad. Ze rust op Hem én wordt door Hem in stand gehouden. En die volken vliegen elkaar niet in de haren. Ze geven elkaar broederlijk de hand en dansen en springen en zingen de lof van Sion en daarmee de lof van de HERE: ‘Al mijn bronnen zijn in u!’ Dansend en zingend roemen ze Jeruzalem als een vindplaats van heil (vs 7). De bronnen van het heil zijn daar te vinden omdat de HERE binnen in haar is (vgl. Ps 36:9-10; 46:5; Jesaja 12:3).


Psalm 87 staat niet op zichzelf. We komen dezelfde sfeer tegen in bijv. Jesaja 2, Micha 4. Volken komen naar Jeruzalem om de wegen des HEREN te leren. De klank van Psalm 87 galmt ook door in het Nieuwe Testament. Volgens Openbaring 21 zullen de heerlijkheid en eer der volken binnen het nieuwe Jeruzalem gebracht worden. Zij die geschreven staan in het boek des levens van het Lam zullen er binnenkomen.


In de christelijke traditie is er verband gelegd tussen deze Psalm en de nieuw­testamentische kerk. Psalm 87 bezingt profetisch Sion als de moederstad. De relatie met het Pinksterfeest zoals dat beschreven wordt in Handelingen 2 ligt voor de hand. Joden en Jodengenoten trokken op naar Jeruzalem als naar hun geestelijk middelpunt. Wat toen geschiedde, vindt verdere vervulling ‘in de NT-ische kerk, thans aanvankelijk en eens volkomen uit alle volken vergaderd' (J. Ridderbos, COT, De Psalmen II, Kampen 1958, p.361).

Hoezeer ook legitiem om zulke verbanden te leggen, toch denk ik tegelijk dat we op onze hoede moeten zijn voor het gevaar om Israël zelf uit onze overwegingen te schrappen. Het is maar één stap om te zeggen dat zo de kerk in de plaats van Israël is gekomen. Dan is Psalm 87 volledig vergeestelijkt en de concrete stad Jeruzalem volkomen vervaagd.


Misschien dat we rond Pinksteren de spanning weer opnieuw moeten leren. Als wij, uit de volkerenwereld, er ook bij mogen horen door het geloof in Christus Jezus, dan is dat niet met veronachtzaming van Israël. God heeft zijn volk niet verstoten. De spanning om Israël is te proeven in vooral Romeinen 9-11. Die spanning moeten we laten staan.

Wie in die spanning Psalm 87 leest/zingt, kijkt opnieuw naar Jeruzalem en kan wel huilen om de strijd die telkens opnieuw rond deze stad oplaait. We zingen de Psalm met vreugde, vooral ook op het Pinksterfeest. Maar tegelijk zuchten we en bidden we met verlangen om de komst van dat Jeruzalem waar geen pijn is, geen verdriet, geen afgunst en geen nijd, geen angst en armoe, maar altijd vrolijkheid (Gez.265:2).

ds. Jan Groenleer
Vrede over Israël jrg. 41 nr. 4 (mei 1997)
www.kerkenisrael.nl/vrede-over-israel

vrede-over-israel