Voorgoed verbonden;
visie op de relatie tussen Kerk en Israël in tien punten
9.
Verzoening in Christus is een geschenk met persoonlijke maar ook politieke perspectieven.
Principieel
In 2 Korinthiërs_5:18-21 wordt de kerninhoud van het evangelie krachtig verwoord: God heeft door Christus ons met Zich verzoend. Deze genadige verandering in de relatie tussen God en mensen is dus van Hemzelf uitgegaan. Door de plaatsbekledende offerdood van Christus is ze realiteit geworden. De betekenis ervan is dat de overtredingen de wereld niet meer worden aangerekend. De indringende inhoud van de verkondiging van het evangelie is dan ook: ‘Laat u met God verzoenen’!
Deze verzoening betekent een geweldige verandering voor een ieder die deze boodschap aanvaardt: hij is rechtvaardig voor God (vs. 21), niet meer goddeloos of zwak, geen zondaar of vijand meer,80 maar een nieuwe schepping.81 Deze nieuwe relatie tussen God en mensen - en ook tussen mensen onderling - wordt gekenmerkt door de liefde.82 De liefde geeft een leven dat niet meer zelfzuchtig is, maar gevoed wordt uit en gericht is op Hem die voor ons is gestorven en opgewekt.83
Ook Israël kent ‘verzoening’; die wordt op de ‘meest geduchte dag’, op Grote Verzoendag, intens en indrukwekkend gevierd. Maar de verzoening wordt hier meer beleefd als een daad van mensen voor God en voor elkaar dan als goddelijk genadegeschenk. Door het wegvallen van de tempeldienst is het brengen van bloedige offers onmogelijk geworden. Sindsdien is men in de synagogale eredienst het wezen van de offerdienst gaan beleven. Men ziet deze namelijk opgenomen in gebed, Thorastudie en het doen van werken van barmhartigheid. Het grote verschil tussen Israël en de kerk is dat Israël niet uitgaat van een plaatsbekledend en verzoenend lijden en sterven door middelaar Jezus Messias.
Dat betekent niet dat de Here nu zijn volk heeft afgeschreven vanwege de verwerping van zijn Messias en het kruis,84 integendeel. De vrucht van Israëls verwerping, de verzoening van de wereld,85 staat in het hoopvolle perspectief van Israëls aanneming als een opstanding uit de doden.
Praktisch
De ‘dienst van de verzoening’ betekent voor de kerk dat de natuurlijke vijandschap van de heidenen tegen Israël heeft plaatsgemaakt voor een diepe verbondenheid: Israël is het volk van Gods verkiezing en verbond gebleven en de Here heeft de kerk en Israël aan elkaar verbonden.
Het is aan de kerk in een houding van ‘niet-voor-zichzelf-leven’ het contact met Israël te zoeken en het leven-uit-verzoening voor te leven. Dit vanuit het besef een ‘nieuwe schepping’ te zijn en vanuit de verwondering over en de dankbaarheid voor de verzoening, die God gaf. De kerk is geroepen om in woord en daad een leesbare brief van Christus te zijn. Zo mag ze het geheim en de kracht van Gods verzoenend werk in Christus gestalte geven om zo Israël jaloers te maken.
Pastoraal gezien vraagt dit van de kerk en van degenen die namens de kerk in Israël uitgezonden zijn een houding van aanvaarden, luisteren, dienen en getuigen. Ook vraagt dit - waar mogelijk - actieve ondersteuning van kerken en groepen die zich inzetten voor allerlei concrete vormen van verzoening.
Al behoort de verkondiging van het verzoeningsevangelie tot de eerste taak van de kerk, ze moet ook door bijvoorbeeld diaconaat al het mogelijke doen om aan concrete verzoening te werken. Dat houdt in dat partijen die tegenover elkaar staan met elkaar in gesprek moeten raken, dat muren van haat of van jarenlange wederzijdse ontkenning worden afgebroken en dat er wordt gezocht naar openingen om elkaar als mens te zien en te aanvaarden. In de complexe en vaak uiterst gespannen politieke situatie in het Midden-Oosten is dat heel moeilijk. Maar dat mag ons er niet van weerhouden om ons hiervoor in te zetten.
In (de stichting van) de staat Israël denken wij voorzichtig iets te bespeuren van een bewijs van Gods trouw en een teken van hoop. Bovendien dient deze staat erkend te worden vanuit het internationale volkerenrecht. Maar ook Palestijnen hebben recht van bestaan. Historisch gezien hebben ook zij recht op leefruimte in het ‘heilige land’. Israël een veilige staat gunnen, verzoening bewerken tussen Israëli’s en Palestijnen, Joodse en Arabische christenen bij elkaar brengen en hun leren elkaar te aanvaarden en verder te helpen op de weg van de vrede - dat is een enorme opgave. Daaraan mag biddend gewerkt worden, in het vertrouwen dat Gods wereldverzoenende werk om Christus’ wil ook voltooid zal worden.