‘Gods eigen land’
Israël bestaat 70 jaar. Hoe beoordeelt een willekeurige Jood de oprichting van de staat Israël? En hoe beziet hij de toekomst van zijn land? Een reportage uit Jeruzalem.
Het is druk in Mahana Yehuda, dé markt van Jeruzalem. Prijsbewuste Joden en nieuwsgierige toeristen verlekkeren zich bij de kraampjes met verse producten. Een orthodoxe man -zwarte jas en dito hoed- staat bij de notenkraam terwijl zijn vrouw inkopen doet. ‘Wat ik van de staat Israël vind? Het is een godsgeschenk. Hier kunnen we als Joden tenminste onszelf zijn.’ Zijn vrouw mengt zich even later ook in het gesprek. ‘Elders op de wereld moet je op zoek naar kosjer-voedsel. Hier is het in overvloed verkrijgbaar.’ Ze gebaart met haar hand naar al het lekkers om haar heen.
Beiden zijn geboren en getogen in Israël. Ze voelen zich er thuis. ‘Dit is Gods eigen land. Als iedereen van ons volk leeft zoals God dat wil, zal God er Zelf voor zorgen dat we hier als Joden blijven wonen.’
Leger
Of God daar ook het Israëlische leger voor gebruikt, blijft wat in het midden. Feit is hoe dan ook dat het bestaan van Israël geen vanzelfsprekendheid is. Dat beseft ook de jongere generatie. Bij een bushalte staan twee soldates. Sinds enige tijd dienen ze in het Israëlische leger. Dat doet wat met ze, zo zeggen ze. ‘Wij maken veel dingen mee. Ik denk daarom dat we volwassener zijn dan jongelui uit andere landen.’ ‘Wat we zoal meemaken? Sorry, dat mogen we niet vertellen.’
De twee jonge militairen zien de toekomst van hun land rooskleurig in. ‘Zolang de Arabieren ons niet accepteren, blijven er problemen. We hebben echter een sterk leger, met de economie gaat het goed en we houden veel van dit land. Alle reden om optimistisch te blijven.’
Atheïst
Liefde voor Israël kan ook Abraham niet ontzegd worden. De Jood, geboren in Bulgarije, zit een ‘cold coffee’ te drinken op een terrasje aan de drukke Jaffastraat. In enkele zinnen vertelt hij zijn levensverhaal. Tijdens de Tweede Wereldoorlog is hij als tiener via Istanbul naar Israël gevlucht. Eenmaal aangekomen ging hij aan de slag in een kibboets. Tijdens de Onafhankelijksoorlog diende hij in het leger. Tweemaal raakte hij gewond.
Terugkijkend vindt hij het logisch dat de staat Israël is ontstaan. ‘Veel Joden waren na de Holocaust dakloos. Er moest voor hen gewoonweg een oplossing gevonden worden.’ Als hem gevraagd wordt naar de hand van God in de geschiedenis, betrekt zijn gezicht. ‘Ik ben atheïst. De stichting van de staat Israël was een historische gebeurtenis, geen theologische gebeurtenis. Historische factoren hebben geleid tot de stichting van de staat Israël.’
Wat betreft de toekomst is Abraham niet overdreven pessimistisch. ‘Zolang de religies zich een beetje inhouden, kunnen we hier in vrede leven. Er zal zich ongetwijfeld met enige regelmaat een conflict voordoen. Daar slaan we ons als Joden echter wel doorheen.’
Een vraag uit Bethlehem
De houding van Palestijnse christenen ten opzichte van de staat Israël ligt gecompliceerd. Veruit de meesten van hen betreuren het onrecht dat hen door de Joden wordt aangedaan. Dr. Munther Isaac, predikant van de Lutherse Kerk in Bethlehem en docent aan het lokale protestantse Bethlehem Bible College, vraagt onvermoeid aandacht voor de positie van Palestijnse christenen. De oprichting van Israël is, zo stelt hij, de Palestijnse ‘nakba’ (het Arabische woord voor ‘catastrofe’). ‘Toen de staat Israël werd gesticht, verloren wij Palestijnen alles. Meer dan de helft van ons werd vluchteling en ongeveer 530 steden en dorpen werden volledig verwoest. De trieste realiteit is dat 70 jaar later onze ‘nakba’ nog steeds doorgaat. Het is alsof we onzichtbaar zijn; alsof Israël op een leeg land is geschapen. Na 70 jaar zijn woorden van sympathie niet genoeg. Kunnen christenen de stichting van de staat Israël vieren in een tijd dat de Palestijnen nog steeds onder bezetting leven?’
Verschillende meningen
De meeste religieuze Joden zien de stichting van de staat Israël als een wonder van God. De meerderheid van de bevolking van Israël is echter seculier. Zij ontkennen veelal goddelijke betrokkenheid bij de oprichting van het moderne Israël. Opmerkelijk is dat er ook enkele kleine religieuze stromingen zijn die deze visie delen. De staat Israël is volgens hen een verwerpelijk zionistisch, nationalistisch project. Alleen een Israël dat door de Messias zelf wordt gesticht, heeft volgens hen bestaansrecht.
Bij de meeste Messiaanse Joden is de betrokkenheid op de staat Israël groot. Zij zijn stellig van mening dat God bezig is met het vervullen van Bijbelse profetieën. Wekelijks wordt er in veel Messiaanse gemeenten gebeden om de bekering van het Joodse volk.
Blijvend verbonden
Het Centrum voor Israëlstudies weet zich vanwege de trouw van God aan het Joodse volk blijvend verbonden met Israël. Gods trouw aan Zijn volk is ook zichtbaar in onze tijd. Het feit dat het Joodse volk is teruggekeerd naar het land Israël en daar onder eigen bestuur woont, is daar een voorbeeld van. Tegelijkertijd zijn we terughoudend in het plaatsen van isgelijktekens tussen het handelen van de staat Israël en het werk van God. Dit maakt het mogelijk dat we ook oprecht kunnen én willen luisteren naar christelijke Palestijnen met wie we ons in Jezus Christus verbonden weten.
Drs. Albert Groothedde is Israëlconsulent van het Centrum voor Israëlstudies
A. Groothedde
Verbonden jrg. 62 nr. 3 (sep. 2018)
www.kerkenisrael.nl/verbonden