jaar maand maand jaar


av / elloel 5784

Z
M
D
W
D
V
Z
met telkens de
parasja van de week
sjabbat
1
28
av

 

zondag
2
29
av

 

maandag
3
30
av

 

dinsdag
4
1
elloel

 

woensdag
5
2
elloel

 

donderdag
6
3
elloel

 

vrijdag
7
4
elloel

 

zaterdag
שפטים
Deut. 16:18-21:9
Jes. 51:12-52:12
sjoftíem
8
5
elloel

 

zondag
9
6
elloel

 

maandag
10
7
elloel

 

dinsdag
11
8
elloel

 

woensdag
12
9
elloel

 

donderdag
13
10
elloel

 

vrijdag
14
11
elloel

 

zaterdag
כי־תצא
Deut. 21:10-25:19
Jes. 54:1-10
ki teetsée
15
12
elloel

 

zondag
16
13
elloel

 

maandag
17
14
elloel

 

dinsdag
18
15
elloel

 

woensdag
19
16
elloel

 

donderdag
20
17
elloel

 

vrijdag
21
18
elloel

 

zaterdag
כי־תבוא
Deut. 26:1-29:8
Jes. 60:1-22
ki tavó
22
19
elloel

 

zondag
23
20
elloel

 

maandag
24
21
elloel

 

dinsdag
25
22
elloel

 

woensdag
26
23
elloel

 

donderdag
27
24
elloel

 

vrijdag
28
25
elloel

 

zaterdag
נצבים
Deut. 29:9-30:20
Jes. 61:10-63:9
וילך
Deut. 31:1-30
Jes. 55:6-56:8
nitsavíem & wajéleech
29
26
elloel

 

zondag
30
27
elloel

 

maandag

Aanwijzingen:

  • In de datumvakjes staat centraal de dag naar onze telling, en rechts daarvan de Joodse datum.
  • Onder ‘sjabbat’ zie je op de onderste regel een Hebreeuws woord: dat is de naam van de parasja van de week.
    Als je de cursor daarboven laat rusten krijg je de te lezen Bijbelgedeelten.
  • Over een dagnummer heen kan de naam van een joodse feest- of vastendag staan; klik voor informatie.