jaar maand maand jaar


elloel 5783/ tisjri 5784

Z
M
D
W
D
V
Z
met telkens de
parasja van de week
sjabbat
1
15
elloel

 

vrijdag
2
16
elloel

 

zaterdag
כי־תבוא
Deut. 26:1-29:8
Jes. 60:1-22
ki tavó
3
17
elloel

 

zondag
4
18
elloel

 

maandag
5
19
elloel

 

dinsdag
6
20
elloel

 

woensdag
7
21
elloel

 

donderdag
8
22
elloel

 

vrijdag
9
23
elloel

 

zaterdag
נצבים
Deut. 29:9-30:20
Jes. 61:10-63:9
וילך
Deut. 31:1-30
Jes. 55:6-56:8
nitsavíem & wajéleech
10
24
elloel

 

zondag
11
25
elloel

 

maandag
12
26
elloel

 

dinsdag
13
27
elloel

 

woensdag
14
28
elloel

 

donderdag
15
29
elloel

 

vrijdag
16
1
tisjri

 

zaterdag
ראש השנה
Gen. 21:1-34
1 Sam. 1:1-2:10
ROSJ HASJANA 1
17
2
tisjri

 

zondag
18
3
tisjri

 

maandag
19
4
tisjri

 

dinsdag
20
5
tisjri

 

woensdag
21
6
tisjri

 

donderdag
22
7
tisjri

 

vrijdag
23
8
tisjri

 

zaterdag
האזינו
Deut. 32:1-52
2Sam. 22:1-51
ha’azínoe
24
9
tisjri

 

zondag
25
10
tisjri

 

maandag
26
11
tisjri

 

dinsdag
27
12
tisjri

 

woensdag
28
13
tisjri

 

donderdag
29
14
tisjri

 

vrijdag
30
15
tisjri

 

zaterdag
סוכות
Ex. 33:12-34:26
Ezech. 38:18-39:16
SOEKOT 1

Aanwijzingen:

  • In de datumvakjes staat centraal de dag naar onze telling, en rechts daarvan de Joodse datum.
  • Onder ‘sjabbat’ zie je op de onderste regel een Hebreeuws woord: dat is de naam van de parasja van de week.
    Als je de cursor daarboven laat rusten krijg je de te lezen Bijbelgedeelten.
  • Over een dagnummer heen kan de naam van een joodse feest- of vastendag staan; klik voor informatie.