jaar maand maand jaar


elloel 5785/ tisjri 5786

Z
M
D
W
D
V
Z
met telkens de
parasja van de week
sjabbat
1
8
elloel

 

maandag
2
9
elloel

 

dinsdag
3
10
elloel

 

woensdag
4
11
elloel

 

donderdag
5
12
elloel

 

vrijdag
6
13
elloel

 

zaterdag
כי־תצא
Deut. 21:10-25:19
Jes. 54:1-10
ki teetsée
7
14
elloel

 

zondag
8
15
elloel

 

maandag
9
16
elloel

 

dinsdag
10
17
elloel

 

woensdag
11
18
elloel

 

donderdag
12
19
elloel

 

vrijdag
13
20
elloel

 

zaterdag
כי־תבוא
Deut. 26:1-29:8
Jes. 60:1-22
ki tavó
14
21
elloel

 

zondag
15
22
elloel

 

maandag
16
23
elloel

 

dinsdag
17
24
elloel

 

woensdag
18
25
elloel

 

donderdag
19
26
elloel

 

vrijdag
20
27
elloel

 

zaterdag
נצבים
Deut. 29:9-30:20
Jes. 61:10-63:9
nitsavíem
21
28
elloel

 

zondag
22
29
elloel

 

maandag
23
1
tisjri

 

dinsdag
24
2
tisjri

 

woensdag
25
3
tisjri

 

donderdag
26
4
tisjri

 

vrijdag
27
5
tisjri

 

zaterdag
וילך
Deut. 31:1-30
Jes. 55:6-56:8
wajéleech
28
6
tisjri

 

zondag
29
7
tisjri

 

maandag
30
8
tisjri

 

dinsdag

Aanwijzingen:

  • In de datumvakjes staat centraal de dag naar onze telling, en rechts daarvan de Joodse datum.
  • Onder ‘sjabbat’ zie je op de onderste regel een Hebreeuws woord: dat is de naam van de parasja van de week.
    Als je de cursor daarboven laat rusten krijg je de te lezen Bijbelgedeelten.
  • Over een dagnummer heen kan de naam van een joodse feest- of vastendag staan; klik voor informatie.