Van de Voorzitter
Benoemingen
In de laatste vergaderweek heeft de GS een aantal benoemingen gedaan voor de bemensing van allerlei deputaatschappen. Ook bij ons was, zoals ik eerder schreef, een vacature ontstaan: om gezondheidsredenen kon onze 2e penningmeester, br J. Prins, zijn werkzaamheden niet voortzetten. In zijn plaats is nu br H.H. van Braak, ook uit Veenendaal, benoemd. We hopen hem op de eerstkomende deputatenvergadering en -bezinningsweekend te kunnen verwelkomen. Hij zal dan de komende jaren worden ingewerkt, om t.z.t. br Vree op te volgen. We rekenen graag op een goede samenwerking met hem en om een goede inbreng en inzet van zijn kant.
Een andere benoeming heeft ons ook verheugd en vereerd: onze adviseur, dr G.C. den Hertog, hoopt binnenkort aan te treden als hoogleraar aan onze Theologische Universiteit. Dat is in de eerste plaats aan zijn adres een hartelijke gelukwens waard. En we hopen dat hij door zijn kennis en inzet van grote betekenis mag zijn voor allen die zijn colleges zullen volgen en voor het aanzien van onze theologische opleiding. Het betekent ook nóg nauwere banden met ‘Apeldoorn’, omdat hij als adviseur aan ons deputaatschap verbonden blijft. En daar zijn we blij mee.
Zo zijn we dat ook met de benoeming van drs C.J. van den Boogert tot ‘adviseur ad hoc’. Die mooie term betekent dat de synode positief heeft gereageerd op ons voorstel om hem voor de komende periode ook adviseur van ons deputaatschap te doen zijn; dat leek ons wijs met het oog op het onderhouden van de in Israël gelegde contacten én in verband met onze wens om - zo mogelijk - toch weer de vacante plaats in Jeruzalem bezet te krijgen. In dat opzicht is zijn kennis van zaken een verrijking voor ons werk; bovendien blijft hij zo ook nog betrokken bij het Israëlwerk en bij de bezinning daarop.
Nieuw beleid
Nieuw beleid zal mogen worden gemaakt nu we toestemming hebben gekregen tot nadere samenwerking met de Geref. Zendingsbond (GZB) en de Christelijke Hogeschool te Ede (CHE). Op hun verzoek heeft in het voorjaar van 2001 een bespreking met ons plaatsgevonden, met een vérgaand aanbod tot samenwerking op het gebied van documentatie, voorlichting, seminars en praktisch werk in Nederland en in Israël. Als deputaten waren we daar heel blij mee en we hebben tot onze vreugde gemerkt dat de synode daar ook van harte achter kon staan. We zijn nu in de fase aangekomen dat we in nader overleg kunnen proberen nadere invulling te geven aan de concretisering. Dat we in uitgangspunten en doelstellingen al een grote mate van overeenstemming mochten constateren, geeft het volste vertrouwen dat ook de uitwerking daarvan het Israëlwerk ten goede zal komen.
H. Biesma
Vrede over Israël jrg. 46 nr. 1 (feb. 2002)
www.kerkenisrael.nl/vrede-over-israel