Vergeten rijkdom


Wie iets van de Bijbel afweet, beseft dat er een ‘gat’ van vier eeuwen zit tussen het Oude Testament en het Nieuwe Testament. Na de profeet Maleachi bleef het honderden jaren stil, totdat Johannes de Doper zijn bediening onder de mensen begon. Deze eeuwenlange stilte betekende echter niet dat er in deze periode niets geschreven werd. Integendeel, er ontstond een stroom van geschriften, waarnaar Daniël De Waele onderzoek heeft gedaan. Zoals de ondertitel van zijn boek Vergeten rijkdom zegt: Joodse wereldliteratuur uit de klassieke oudheid.


Men kan zonder twijfel van een ‘geslaagd auteur’ spreken als iemand in enkele jaren drie studieboeken publiceert. Naast Vergeten rijkdom (2022) schreef De Waele ook Ontluikend christendom (2021) en Godenschemering (2023), samen goed voor ca. 1250 pagina’s aan studie­materiaal over de Joods-christelijke wereld. Vergeten rijkdom beveel ik graag aan, want De Waele schrijft met kennis van zaken!

Divers

De geschriften die De Waele de revue laat passeren zijn divers. Ze stammen uit de verschillende tijdperken na de Babylonische ballingschap: de Perzische, Hellenistische en Romeinse periode. Een greep uit de stroom aan geschriften brengt meteen de diversiteit aan het licht: de Septuaginta, apocriefen, pseudepigrafen, de Dode Zeerollen, rabbijnse werken zoals de Misjna, Tosefta, Talmoed, en tevens Griekstalige werken uit de diaspora.

Kortom: een bonte verzameling van verhalen, levensbeschrijvingen, parafraserende commentaren op Bijbelgedeelten, brieven, spreuken en hymnen. Er gaat een wereld voor je open als je Vergeten rijkdom leest. Alleen al Flavius Josephus is een stem die gehoord moet worden. Als Jood in Romeinse dienst beschreef hij de Joodse geschiedenis en de gebeurtenis­sen in Judea en Jeruzalem tijdens en na Jezus’ leven op aarde. Josephus is een bron die helpend kan zijn bij de uitleg van de Schriften. De Waele vertelt wie hij was en wat hem dreef.

Nodig

De werken die De Waele introduceert, wekken interesse, plezier en afkeer op. Soms wordt duidelijk hoe ‘dun’ de scheiding is met de Bijbelboeken die wij kennen. Het blijft interessant waarom sommige geschriften wel en andere niet in de canon terecht zijn gekomen. Vaak is het vermakelijk om te lezen hoe men in andere tijden dacht en deed. Maar is niet iedereen een ‘kind van z’n tijd’?

Er zijn ook momenten waarop ongeloof opkomt, bijvoorbeeld als je leest hoe Adam en Eva hebben geleefd na de zondeval volgens het geschrift Vita Adae et Evae. Bij herhaling wordt Eva neergezet als de schuldige van alle ellende, waardoor Adam als slachtoffer wordt gepresen­teerd — en de vrouw als bron van het kwaad in de wereld.

Nieuwe Testament

Het is echter nodig om dit soort geschriften te leren kennen, bijvoorbeeld om te kunnen be­grijpen waarom in het Nieuwe Testament staat dat de aartsengel Michaël met de duivel twistte over het lichaam van Mozes (Judas 9). Of om te kunnen verstaan wat en over wie Henoch, ‘de zevende vanaf Adam’ (Gen. 5:21-24), profeteerde (Judas 14-15). Dat zijn namelijk dingen die uit de apocriefen komen. Een exegeet die de Schriften goed wil interpreteren, kan en wil hier niet omheen!


N.a.v. Daniël de Waele, Vergeten rijkdom. Joodse wereldliteratuur uit de klassieke oudheid, KokBoekencentrum Uitgevers, Utrecht 2022, 352 blz., € 26,99.

L. van Dalen
Verbonden jrg. 67 nr. 4 ()
www.kerkenisrael.nl/verbonden

verbonden