Hoopvol teken in pijnlijke werkelijkheid
In gesprek met Messiasbelijdende Joden
Van 11 tot 13 juli vond in Wenen een unieke conferentie plaats. Zo’n 100 christelijke theologen spraken met Messiasbelijdende Joden over Jezus: is de Messias van Israël nog steeds de Messias vóór Israël?
Voor mij werd hier opnieuw pijnlijk voelbaar hoe ver kerk en Israël van elkaar verwijderd zijn geraakt. Eigenlijk zouden Messiasbelijdende Joden een brug moeten vormen tussen de kerk uit de volkeren en het Joodse volk, om hen met Jezus als hún Messias bekend te maken. Maar voordat dat kan gebeuren is eerst een gesprek van de kerk met Messiaanse Joden zelf nodig. Kunnen zij — als Joden die Jezus willen volgen — ten volle deel uitmaken van het lichaam van Christus? Dat zou zo moeten zijn, maar de praktijk is nog steeds heel anders. Dat is pijnlijk.
Toch biedt het ook hoop dat deze ontmoeting plaats kon vinden. Ik zie er een teken in dat vooruitwijst naar de dag dat Joden en heidenen samen, schouder aan schouder, de HERE aanroepen, zoals Zefanja daarvan profeteert (Zef. 3:9).
Deel van het lichaam van Christus
‘Zolang de beweging van Messiasbelijdende Joden een beweging buiten de kerk blijft, zal deze niet werkelijk “katholiek” zijn, en zolang Messiaanse Joden binnen de kerk niet echt als Joden kunnen leven, beantwoordt de kerk nog niet werkelijk aan zijn Messiaanse roeping als lichaam van Christus in deze wereld’, aldus een hartenkreet van de Joodse rooms-katholieke priester Antoine Lévy. Hier ligt de eerste uitdaging voor de kerk, als het gaat om de belijdenis dat Jezus de Messias van Israël is. Want als dat zo is, hoe is het dan mogelijk dat Messiaanse Joden niet voluit hun Joodse identiteit kunnen beleven binnen de kerk?
Ruimte?
In de loop van de geschiedenis heeft de kerk een eigen identiteit ontwikkeld, waarbij zij zich heeft afgezet tegen Israël. Zo werd de zondag gekozen als rustdag, tegenover de zaterdag, en werden de feesten van Pasen en Pinksteren niet langer gevierd op dezelfde datum als het Joodse volk.
De eerste christenen hadden er moeite mee dat heidenen niet besneden hoefden te worden, daarom moest er een duidelijk besluit over genomen worden dat heidenen niet als Joden hoefden te gaan leven. Maar na een aantal eeuwen was de situatie omgedraaid: de vraag kwam op of Joden zich nog wel moesten laten besnijden. De praktijk werd dat Joden, als zij Jezus wilden volgen, in feite hun hele Jood-zijn moesten afzweren. Zo ging de kerk zichzelf beschouwen als het nieuwe Israël, zonder verbondenheid met het Joodse volk.
Messiaanse Joden stellen vandaag de vraag of zij ruimte krijgen om uiting te kunnen blijven geven aan hun Jood-zijn binnen de wereldwijde kerk. ‘Dit heeft consequenties voor de visie op alle kenmerken van de kerk’, zo stelde de rooms-katholieke theoloog Ursula Schuhmacher. ‘Dat de kerk één, heilig, katholiek en apostolisch is: elk van deze kernwoorden vraagt om een nieuwe doordenking door de verbondenheid met Israël.’
Om slechts één voorbeeld te noemen: de éénheid van de kerk kan niet echt bestaan, als de onverbreekbare band met Israël daar geen deel van uitmaakt. Messiaanse Joden laten alleen al door hun aanwezigheid zien dat die eenheid nog niet ten volle beleefd kan worden, zolang zij hun Jood-zijn ten dele aan de kant moeten zetten om echt bij de kerk te horen.
Jezus als Koning der Joden
Messiaanse Joden kunnen de kerk ook een nieuw perspectief geven op Jezus zelf. Dat werd onder meer benadrukt door de Messiaans-Joodse theoloog Mark Kinzer. Hij sprak over ‘Jezus, de Koning der Joden’. ‘Dat Hij nog steeds Koning van de Joden is, betekent dat de kerk via Jezus verbonden is met het Joodse volk, en dat het volk Israël via Jezus verbonden is met de kerk, of men dat nu beseft of niet,’ zo stelde Kinzer.
Wanneer Jezus en zijn boodschap wordt losgemaakt van Gods concrete verkiezing van dít ene volk, kan de boodschap van de kerk zomaar worden ingevuld met allerlei heidense voorstellingen van God. Aan Israël is de eigennaam van God bekend gemaakt. Israël leeft daar nog steeds mee. Daarom is het zo heilzaam voor de kerk om het gesprek met Israël te blijven zoeken, ook voor het eigen nadenken over God en over Jezus als de Messias.
Eenheid in de lofprijzing
Voordat de vragen die gesteld zijn op de conferentie in de praktijk beantwoord kunnen worden, zal er nog een lange weg te gaan zijn. Toch kan de eenheid met Israël, al is die nog niet ten volle zichtbaar, al wel beleefd worden in de lofprijzing (vgl. Rom. 15:8-11). Dat perspectief biedt hoop. Het is mooi dat er telkens opnieuw stappen gezet worden om daar meer gestalte aan te geven door echt te luisteren naar de diverse stemmen van Messiasbelijdende Joden. Het is nog maar een begin, maar al wel een teken dat vooruitwijst naar die dag, dat Joden en heidenen als uit één mond God verheerlijken (Rom. 15:6).
Dr. M.C. Mulder is o.a. wetenschappelijk medewerker van het CIS en docent aan de Theologische Universiteit Apeldoorn.
dr. Michael Mulder
Verbonden jrg. 66 nr. 3 (sep 2022)
www.kerkenisrael.nl/verbonden