Oorverdovend stil
Vijftien jaar was hij nog maar. Een schooljongen. Maar dat hield de nazi's niet tegen hem mee te voeren naar Auschwitz. Zijn naam was Elie Wiesel. In Auschwitz zag hij dingen die hij nooit zou vergeten. En niemand greep in. Dat was voor de 15-jarige Elie nog de grootste schok.
Later schreef hij over zijn ervaringen in het boek Nacht. Het boek is eigenlijk een waarschuwing: dit kan er gebeuren als de wereld wegkijkt. Zo beschrijft hij hoe twee mannen en een jongen aan een galg werden gehangen. De twee mannen stierven gelijk, het kind niet. “Langer dan een half uur bleef hij hangen, tussen leven en dood, stervend onder onze ogen. En wij moesten hem recht in het gezicht kijken. Toen ik langs hem ging, leefde hij nog. Zijn tong was nog rood, zijn ogen niet gebroken. Achter mij hoorde ik een man vragen: ‘Waar is God toch?’ En binnen in mij hoorde ik een stem die antwoordde: ‘Waar is Hij? Hier - hier is Hij opgehangen - aan deze galg.’”
De hemel zweeg en de wereld zweeg. Die schok is Elie Wiesel nooit meer echt te boven gekomen. Zijn familie en volk werden massaal de dood ingejaagd - maar het bleef ijzingwekkend stil. Niemand deed iets.
Soms lijkt het makkelijker om dit soort verhalen uit de weg te gaan. Omdat ze zoveel vragen losmaken. En toch. Misschien is het goed om die lastige vragen niet weg te drukken. Om mee te schreeuwen met de Psalmen. God, waar was U? En ook om jezelf te bevragen. Waar ben ik? Heb ik het lef om op te komen voor wie gepest, getreiterd en gehaat worden? Christenen als Corrie ten Boom, Sophie Scholl en Dietrich Bonhoeffer hadden dat lef tijdens de Tweede Wereldoorlog. Kennelijk was Christus zo’n levende werkelijkheid voor hen dat ze zelfs het beest van nazi-Duitsland in de ogen konden kijken.
Pijnlijk genoeg is het niet alleen maar geschiedenis. Jodenhaat is nog springlevend. Columnist Özcan Akyol schreef begin dit jaar in het Algemeen Dagblad: ‘Wat zou het fijn zijn als er stelselmatig opschudding ontstond als Joden werden geïntimideerd. Nu is er steeds vaker een oorverdovende stilte. En dat is eng.’
Elie Wiesel zou het hier zeker mee eens zijn geweest. Zijn leven lang bleef hij waarschuwen: Blijf niet stil als je getuige bent van onrecht, doe iets, verhef je stem. Want ‘stilte moedigt de beul aan, nooit de gefolterde.’
G.J. de Jong
Verbonden jrg. 64 nr. 4 (nov. 2020)
www.kerkenisrael.nl/verbonden