Z
M
D
W
D
V
Z
met telkens de parasja van de week sjabbat
10
23
nisan
vrijdag
12
25
nisan
•
zondag
13
26
nisan
maandag
15
28
nisan
woensdag
16
29
nisan
donderdag
17
30
nisan
vrijdag
18
1
iar
zaterdag
תזריע
Lev. 12:1-13:59
2Kon. 4:42-5:19
מצרה
Lev. 14:1-15:23
2Kon. 7:3-20
tazría * metsorá
19
2
iar
•
zondag
20
3
iar
maandag
23
6
iar
donderdag
24
7
iar
vrijdag
25
8
iar
zaterdag
אחרי מות
Lev. 16:1-18:30
Ezech. 22:1-19
קדשים
Lev. 19:1-20:27
Amos 9:7-15
acharé mot * kedosjiem
26
9
iar
•
zondag
27
10
iar
maandag
28
11
iar
dinsdag
29
12
iar
woensdag
30
13
iar
donderdag
Aanwijzingen:
- In de datumvakjes staat centraal de dag naar onze telling, en rechts daarvan de Joodse datum.
- Onder ‘sjabbat’ zie je op de onderste regel een Hebreeuws woord:
dat is de naam van de parasja van de week.
Als je de cursor daarboven laat rusten krijg je de te lezen Bijbelgedeelten. - Over een dagnummer heen kan de naam van een joodse feest- of vastendag staan; klik voor informatie.