jaar maand maand jaar


nisan / iar 5785

Z
M
D
W
D
V
Z
met telkens de
parasja van de week
sjabbat
1
3
nisan

 

dinsdag
2
4
nisan

 

woensdag
3
5
nisan

 

donderdag
4
6
nisan

 

vrijdag
5
7
nisan

 

zaterdag
ויקרא
Lev. 1:1-5:26
Jes. 43:21-44:23
wajikrá
6
8
nisan

zondag
7
9
nisan

 

maandag
8
10
nisan

 

dinsdag
9
11
nisan

 

woensdag
10
12
nisan

 

donderdag
11
13
nisan

 

vrijdag
12
14
nisan

 

zaterdag
13
15
nisan

Palmpasen

zondag
14
16
nisan

 

maandag
15
17
nisan

 

dinsdag
16
18
nisan

 

woensdag
17
19
nisan

 

donderdag
18
20
nisan

Goede vrijdag

vrijdag
19
21
nisan

 

zaterdag
פסח
Ex. 33:12-34:26
Ezech. 36:37-37:14
PESACH sjabbat
20
22
nisan

Pasen

zondag
21
23
nisan

 

maandag
22
24
nisan

 

dinsdag
23
25
nisan

 

woensdag
24
26
nisan

 

donderdag
25
27
nisan

 

vrijdag
26
28
nisan

 

zaterdag
שמיני
Lev. 9:1-11:47
2Sam. 6:1-7:17
sjeminí
27
29
nisan

zondag
28
30
nisan

 

maandag
29
1
iar

 

dinsdag
30
2
iar

 

woensdag

Aanwijzingen:

  • In de datumvakjes staat centraal de dag naar onze telling, en rechts daarvan de Joodse datum.
  • Onder ‘sjabbat’ zie je op de onderste regel een Hebreeuws woord: dat is de naam van de parasja van de week.
    Als je de cursor daarboven laat rusten krijg je de te lezen Bijbelgedeelten.
  • Over een dagnummer heen kan de naam van een joodse feest- of vastendag staan; klik voor informatie.