jaar maand maand jaar


nisan / iar 5781

Z
M
D
W
D
V
Z
met telkens de
parasja van de week
sjabbat
1
19
nisan

 

donderdag
2
20
nisan

Goede vrijdag

vrijdag
3
21
nisan

 

zaterdag
פסח
Ex. 33:12-34:26
Ezech. 36:37-37:14
PESACH sjabbat
4
22
nisan

Pasen

zondag
5
23
nisan

 

maandag
6
24
nisan

 

dinsdag
7
25
nisan

 

woensdag
8
26
nisan

 

donderdag
9
27
nisan

 

vrijdag
10
28
nisan

 

zaterdag
שמיני
Lev. 9:1-11:47
2Sam. 6:1-7:17
sjeminí
11
29
nisan

zondag
12
30
nisan

 

maandag
13
1
iar

 

dinsdag
14
2
iar

 

woensdag
15
3
iar

 

donderdag
16
4
iar

 

vrijdag
17
5
iar

 

zaterdag
תזריע
Lev. 12:1-13:59
2Kon. 4:42-5:19
מצרה
Lev. 14:1-15:23
2Kon. 7:3-20
tazría & metsorá
18
6
iar

zondag
19
7
iar

 

maandag
20
8
iar

 

dinsdag
21
9
iar

 

woensdag
22
10
iar

 

donderdag
23
11
iar

 

vrijdag
24
12
iar

 

zaterdag
אחרי מות
Lev. 16:1-18:30
Ezech. 22:1-19
קדשים
Lev. 19:1-20:27
Amos 9:7-15
acharé mot & kedosjiem
25
13
iar

zondag
26
14
iar

 

maandag
27
15
iar

 

dinsdag
28
16
iar

 

woensdag
29
17
iar

 

donderdag
30
18
iar

 

vrijdag

Aanwijzingen:

  • In de datumvakjes staat centraal de dag naar onze telling, en rechts daarvan de Joodse datum.
  • Onder ‘sjabbat’ zie je op de onderste regel een Hebreeuws woord: dat is de naam van de parasja van de week.
    Als je de cursor daarboven laat rusten krijg je de te lezen Bijbelgedeelten.
  • Over een dagnummer heen kan de naam van een joodse feest- of vastendag staan; klik voor informatie.