Joodse christenen in debat


Wereldwijd zijn er zo’n 150.000 Joden die in Jezus als de Messias geloven. Er bestaan grote verschillen tussen hen. Twee dingen hebben ze gemeen: ze willen bewust hun Jood-zijn beleven en tegelijk verbonden zijn met het lichaam van Christus. Die combinatie valt hen zwaar. Op een conferentie van Messias­belijdende Joden raakte ik daarvan diep onder de indruk.

Helsinki-consultation

Vanuit het Centrum voor Israëlstudies woonde ik een bijzondere samenkomst bij van de zogenoemde ‘Helsinki-consultation’. Dit is een groep Joden - afkomstig uit Israël, Europa en de VS - die als volgeling van Jezus zoeken naar de blijvende verbinding met het Joodse volk en de Joodse traditie. Voor het vierde achter­een­volgende jaar kwamen zij bijeen, om zich dit keer te bezinnen op de betekenis van de Thora.


De wet is vervuld in Christus en toch blijft de Thora voor Messiasbelijdende Joden van betekenis. Het hoort bij hun Jood-zijn, dat zij zich op een of andere manier verhouden met de wet die God in het bijzonder aan het Joodse volk heeft gegeven. Binnen de groep die hierover in gesprek was, bleken er grote verschillen te bestaan in de manier waarop men dit gestalte wil geven. Dat heeft te maken met de diverse theologische milieus en kerkelijke tradities waarin zij staan. Toch geloven zij ieder dat hun Jood-zijn van belang is voor hun geloof in Jezus en bespreken zij met elkaar wat de theologische consequenties daarvan (zouden moeten) zijn.

Eenzame positie

In dit artikel komen verschillende visies aan de orde. Maar ik wil er allereerst de vinger bij leggen, hoe moeilijk deze Joodse volgelingen van Jezus het kunnen hebben in de kerk en binnen hun eigen volk. Sommigen sturen hun kinderen naar een Joodse school, omdat ze de verbondenheid met de Joodse traditie voor hen van groot belang vinden. Ondertussen moeten zij dan verzwijgen dat ze in Jezus geloven, om te voorkomen dat zij van school gestuurd worden. Anderen willen zich aan de Thora houden, maar voelen zich in de kerk gedwongen om een aantal voor hen wezenlijke zaken op te geven, door aan kerkelijke gewoonten mee te doen - zoals het loslaten van de sabbat en de Bijbelse feesten. Soms viert men die wel, maar durft men daar niet te veel over te spreken, omdat men daar weinig begrip voor vindt in de eigen kerkgemeenschap.

Frère Antoine Lévy

Zo onderstreepte de Dominicaanse priester Antoine Lévy dat als hij er voor kiest om zijn werk in de kerk te blijven doen, het voor hem verschrikkelijk moeilijk wordt om zich aan de hele Thora te houden, en als hij er voor zou kiezen om zich als Jood geheel aan de wet te houden, hij de kerk zou moeten verlaten. Lévy is Fransman, maar werkzaam als hoogleraar in Helsinki en medeoprichter van de Helsinki-consultation. Hij stelt zichzelf de vraag hoe hij zijn leven als christen dan toch kan verbinden met de Joodse traditie. Hij wijst er op dat er in het Jodendom een algemene verwachting is, dat in de Messiaanse tijd de geboden een andere betekenis krijgen. Niet omdat de Thora anders wordt, maar omdat de Messias de betekenis van de Thora in het hart zal leggen. Daarom zullen de geboden geen verplichting meer zijn, maar een vrijwillig antwoord op de openbaring van God. Hoe kunnen Messiaanse Joden vandaag trouw zijn aan de Joodse traditie en ook trouw aan de Thora? Doordat zij beseffen dat zij nu al in de Messiaanse tijd leven. Enerzijds staan zij dus in de christelijke vrijheid, anderzijds blijven zij staan in de Joodse traditie. Door de geboden in Christus te vervullen, tonen zij wat heiligheid ten diepste betekent. Zo stelt Lévy dat het verplichtende karakter van de Thora voor hem is opgeheven. Dat geeft ruimte om voluit Jood te zijn en tegelijk te functioneren als priester in de Rooms-Katholieke kerk.

Mark Kinzer

Een geheel andere visie heeft Mark Kinzer. Hij is voorganger van een Messiaans Joodse synagoge in Amerika en mede oprichter van een Messiaans Joods Theologisch instituut. Voor hem is het geloof in Jezus als de Messias veel sterker geïntegreerd in een leven met de Thora, waarin hij zich zo veel mogelijk aan concrete geboden houdt, ook zoals deze zijn uitgelegd in de Joodse traditie. Vanuit zijn eigen levensgang laat hij zien, hoe wezenlijk de vraag naar deze verbinding voor hem geworden is. Nadat hij tot geloof in Jezus was gekomen, vond hij in de kerk zijn eigen Joodse wortels niet terug, terwijl hij Jezus wel vond in de synagoge, in de lezingen en in de gebeden. Dat zette hem aan het denken.

Op een fijnzinnige manier laat hij zien dat de gebeden in de synagoge nog steeds verbonden zijn met de offerdienst in de tempel, zelfs nu deze er niet meer is. De gebeden vervangen die offerdienst niet, en schaffen die offerdienst niet af, maar representeren de tempeldienst en vormen er een verlengstuk van. Hij wijst op het gebed van Cornelius in het boek Handelingen. Cornelius bad precies op het moment van het offer in de tempel, het negende uur. En Petrus verzekert hem dat zijn gebed verhoord is met woorden die helemaal aan de offerdienst herinneren: uw gebed is voor God in gedachtenis gekomen (Hand. 10:31, vgl. Num. 10:10). Er was dus een diep besef van verbondenheid met de tempeldienst, ook voor de eerste, Joodse, apostelen. Hun gebeden vervingen de tempeldienst niet, maar verbonden hen daarmee.

Zo kan dat nog steeds beleefd worden, ook nadat de tempeldienst verdwenen is. De tempeldienst wijst dan nog steeds op het offer van Jezus en op Zijn offer­dienst die in de hemel voortgaat. Het Joodse volk houdt daar dan een plek in, en Messiasbelijdende Joden kunnen de gebeden die op de tempeldienst wijzen in de synagoge mee bidden. Door hun geloof in Jezus krijgen ze daarbij de juiste kawanna, concentratie en geloofsintentie. Zo beleeft Kinzer in het gebed in de synagoge een verbinding met het avondmaal, en in het avondmaal een verbinding met dit gebed in de synagoge. Het vervullen van het gebod om dit gebed te bidden staat op geen enkele manier in spanning met zijn geloof in Jezus.

Richard Harvey en David Neuhaus

Richard Harvey schreef een proefschrift over de verschillende theologische posities van Messiasbelijdende Joden, wereldwijd. Hij doceert onder meer aan het All Nations Christian College in Londen, waar hij een Masters programma voor Joods Messiaanse theologie heeft opgezet. Hij zoekt aansluiting bij de Joodse traditie, zonder traditio­nalistisch te willen zijn. Wel ziet hij een bijzondere plek voor Israël in Gods heils­openbaring, die niet vervangen is nu er een volgende fase in Gods heilsplan gekomen is, door het werk van Christus. Israël blijft een representatie van het Koninkrijk van God. Daarom blijft de wet, zoals die aan Israël geschonken is en in Israël overgeleverd wordt, nog steeds van betekenis.


De rooms-katholieke priester David Neuhaus, pastoraal verantwoordelijk voor de Hebreeuws sprekende katholieken in Israël, waarschuwt dat God Zijn heil niet verbindt aan één etniciteit. God betoont Zijn liefde immers aan zondaren, die hun zonden belijden, en niet aan mensen vanwege hun heiligheid. Kennelijk ziet hij een gevaar wanneer men Israëls aparte positie te sterk blijft benadrukken; dat kan leiden tot een ongezonde verheerlijking van alles wat Israël doet, terwijl Neuhaus zich ook sterk maakt voor verbondenheid met medechristenen onder de Arabische bevolking in Israël en de Palestijnse gebieden. Wel ziet ook hij een blijvende roeping voor Israël, met blijvende specifieke beloften op grond van Gods Woord.

Vieren van de verschillen

Ziehier enkele stemmen uit de vele die op de conferentie klonken. Mij trof daarbij de Joodse manier om elkaar ondanks de grote verschillen vast te houden als broeders en zusters. Eén deelnemer stelde zelfs: laten we onze verschillen vieren, want juist daardoor zijn we hierover met elkaar in discussie en worden we samen dichter bij de liefde van God gebracht. Zo is er veel te leren van het debat van deze Joodse christenen. Laten we deze broeders en zusters een blijvende plek geven in onze gebeden.



Wie meer wil weten over de Helsinki Consultation kan terecht op de website helsinkiconsultation.squarespace.com. Het Centrum voor Israëlstudies zal volgend jaar de eer krijgen om de Helsinki-groep te ontvangen en de confe­rentie te faciliteren; één conferentiedag zal open zijn voor een breder publiek.
Nadere informatie volgt via de website www.centrumvoorisraelstudies.nl en in Vrede over Israël.

dr. Michael Mulder
Vrede over Israël jrg. 57 nr. 5 (dec. 2013)
www.kerkenisrael.nl/vrede-over-israel

vrede-over-israel