Het zionisme kritisch bekeken


Een kleine overdenking aan de hand van
In de naam van de Thora, de geschiedenis van de antizionistische joden
van Yakov M. Rabkin (Antwerpen 2006)

Een eigen staat

Als sinds de diaspora (135 na Chr.) is er een verlangen naar een ‘eigen staat’ voor de Joden. Na een tijd van meer of minder grote oplevingen in het verlangen naar een eigen staat, ontstond onder invloed van Theodor Herzl (1860-1904) een nieuw, ditmaal blijvend verlangen.

In zijn geschrift Der Judenstaat geeft Herzl een blauw­druk voor de nieuwe staat, zoals die in zijn optiek georganiseerd zou moeten worden. De tijd waarin het geschrift verscheen is die van een langzaam opkomend nationalisme en vanuit die ontwikkeling valt de hernieuwde opleving ook grotendeels te verklaren. Geassimi­leerde Joden kregen weinig tot geen aansluiting bij de auto­chtone bevolkings­groepen omdat zij met name de verschillen benadrukten tussen hen en Joden. Zodoende ontstond de vraag of Joden zich moesten neerleggen bij wat schijnbaar hun lot was of, dat ze moesten zoeken naar andere mogelijkheden. De publicatie van Herzl bood een mooi handvat om een andere weg in te slaan. De toenemende pogroms en discriminatie van de Joden versterkten het verlangen naar een eigen staat.

Zionisme

Er bestaat zowel een politiek als en religieus zionisme. Het geschrift van Herzl legde de basis voor het politieke zionisme en het daaruit voortkomende verlangen naar een eigen staat.

Tegenwoordig denken we bij zionisme aan een combinatie van het religieuze en politieke zionisme. Er staat tussen die twee geen ‘is gelijk teken’. Hoewel het een logische stap is gezien de geschiedenis van het zionisme. Er wordt namelijk voortdurend geprobeerd een religieuze component toe te voegen aan het politieke zionisme.

Herzl zelf geeft in zijn geschrift aan dat het twee (wezenlijk) verschillende stromingen zijn als hij schrijft:

‘Zullen wij daarom op het eind een theocratie hebben? Nee! Het geloof bindt ons samen, de wetenschap maakt ons vrij. De onvervulde theocratische ambities van onze geestelijken zullen wij daarom in het geheel niet laten opkomen. Wij zullen hen in hun tempels weten vast te houden, zoals wij ons beroepsleger in de kazernes zullen vasthouden.’1

Het religieus zionisme streeft daarentegen juist wel naar een samenleving die gebaseerd is op de wetten zoals Mozes die ontvangen heeft. Goed bekeken is het zionisme van Herzl dus een seculier zionisme en men zou zelfs kunnen spreken van een socialistisch-zionisme.

Traditie en Modernisme

Met name vlak nadat Herzl zijn geschrift publiceerde en de eerste zionistische conferentie (1897 in Bazel) belegde, was de weerstand tegen zijn ideeën enorm. Enerzijds beweerde het zionisme een modernisering te zijn in het denken en dus tegen de traditie en geschiedenis der Joden. Anderzijds werden religieuze symbolen en de dromen van een eigen land gebruikt om mensen te winnen voor deze zaak. Een vraag die opkomt aan de hand van deze tegenstrijdigheden (aan de ene kant een modernisering en aan de andere kant het gebruik maken van de traditie) is natuurlijk of het hebben van een eigen land de Joden dichterbij de Thora brengt.’


Ondertussen nam het aantal mensen dat naar Palestina verhuisde en daar land kocht van Arabieren enorm toe. Met name na de Balfourdeclaratie (1917) waarin staat: ‘His Majesty’s Government view with favour the establishment in Palestine of a national home for the Jewish people, and will use their best endeavours to facilitate the achievement of this object...’ (= Hare Majesteits Kabinet geeft toestemming voor het vestigen van een ‘nationaal huis’ voor de Joden in Palestina en zal haar uiterste best doen om dit project te verwezenlijken).2

Dit had wel meteen gevolgen voor zowel de Arabieren die al in Palestina woonden, maar ook voor de Joden die zich in Palestina vestigden. De grote vraag is: wordt er gekozen voor vreedzame co-existentie tussen de volken of confrontatie?

Als in 1938 de Tweede Wereldoorlog uitbreekt en de Joden slachtoffer worden van de Sjoa werkt dit als katalysator. De migratie naar Palestina neemt enorm toe. Als in 1948 David Ben Goerion de onafhankelijkheid uitroept is de staat Israël een feit.

Verzet tegen het zionisme

We kijken naar het verzet tegen het (politiek) zionisme vanuit ultra-orthodox perspectief. Het verzet tegen het (politieke) zionisme is met name gegrond op vers 7 uit Jeremia 29 (NBV):

Bid tot de HEER voor de stad waarheen ik jullie weggevoerd heb
en zet je in voor haar bloei,
want de bloei van de stad is ook jullie bloei.

Vanuit dit vers is het commentaar op het zionisme: we kunnen alleen terugkeren naar ons eigen land door Goddelijke interventie, alléén dan zal er wereldvrede kunnen zijn.3 Als argument voor de stichting van de staat Israël wordt gebruikt dat op deze manier Gods koninkrijk dichterbij komt. Vergelijk het met schoolkinderen, die als ze een acht halen een traktatie krijgen; in dit geval regelen ze zelf een traktatie en verwachten daarmee ook een acht te halen. Het zelfstandig terugkeren naar het Heilige Land en beweren dat op die manier Gods koninkrijk tot stand komt is dus een omdraaiing van wat er staat in Jeremia 29:14:

Ik zal me door jullie laten vinden - spreekt de HEER -
en ik zal in je lot een keer brengen.
Ik zal jullie samenbrengen uit alle volken en plaatsen
waarheen ik je verbannen heb - spreekt de HEER -
en je laten terugkeren naar Jeruzalem,
waaruit ik je heb laten wegvoeren.


Daarnaast is er de opvatting onder ultra-orthodoxe Talmoed-geleerden dat ‘one should not put all the eggs in one box’ (= men moet niet alle eieren in één doosje stoppen)4. Zij leren dat God de Joden een gunst heeft bewezen door ze over de gehele wereld te verspreiden. Want op die manier wordt het Joodse volk beschermd. In tegenstelling tot wanneer ze zich allen op een plaats zouden bevinden.

Verhouding christenen - Joden

Door de secularisering in het westen van Europa en het verlichtingsdenken dat een rol speelt in het zionisme is het volk Israël verworden van een geloofsgemeenschap - verspreid over de wereld - tot een lotsgemeenschap. Met voor het laatste natuurlijk als overweldigend bewijs de Sjoa.

Zionistische belangengroepen willen ons wat anders laten geloven, namelijk dat het volk Israël in zijn geheel nog hoort bij de grotere geloofsgemeenschap en het daarom de steun van ons - als christenen - verdient.


Laten we in ons achterhoofd houden dat het zionisme de dode cultuur van traditie en geschiedenis van zich af wil werpen - maar daarnaast gebruik maakt van religieuze symboliek en passages uit de Tora om de rechtmatigheid van een Joodse Staat te onderbouwen. Dan kunnen we en mogen we daar onze vraagtekens bij zetten.

Natuurlijk is het zo dat wij als christenen een andere verhouding hebben met de Joden (in de zin van geloofsgemeenschap) dan met enig ander volk. Omdat we in Christus de Verlossing hebben gekregen die ons in het Oude Testament werd voor­zegd. Het is dus goed om te beseffen dat het volk van Israël onze steun verdient. Maar niet onvoorwaardelijk. Er is en blijft een verschil tussen Jeruzalem in het hier en nu en het Jeruzalem waar Hij eens zijn troon zal hebben.




Noten

1Herzl, T., De Jodenstaat (Amsterdam 2004) p.109

2Balfourdeclaratie in: Hoff, R., Het Midden-Oosten, een politieke geschiedenis (Zeist 1991) p.55

dhr. Wilfred Jacobs
Vrede over Israël jrg. 52 nr. 1 (feb. 2008)
www.kerkenisrael.nl/vrede-over-israel

vrede-over-israel