Op werkbezoek in Israël
Werkoverdracht
Eindelijk was het dan zover. Na een periode van bijna vier jaar kon het werk, dat door mij van 1995 tot 2000 namens de kerken in Israël werd verricht, worden overgedragen. In mei van dit jaar werd door mijn vrouw en mij een bezoek gebracht aan ds. Kees Jan Rodenburg en zijn gezin in Jeruzalem. Ds. Rodenburg is de nieuwe werker, die door het Centrum voor Israël Studies (CIS), waarin wij als Christelijke Gereformeerde Kerken participeren, als mijn opvolger naar Israël is uitgezonden. Sinds december 2003 woont het gezin Rodenburg in Jeruzalem.
Direct na aankomst heeft ds. Rodenburg:
- zich ingezet om de contacten die in de loop der jaren door zijn voorgangers waren gelegd, weer op te nemen en te vernieuwen;
- samen met zijn vrouw de taalstudie ter hand genomen om zo snel mogelijk te kunnen inburgeren;
- wegen verkend om nieuwe contacten te leggen waardoor het werk zich kan uitbreiden;
- eerste voorbereidingen getroffen om plekken van studie te creëren voor predikanten en anderen die zich in het Jodendom willen verdiepen, voor studenten van de Christelijke Hogeschool Ede, een van de andere participanten in het CIS, en voor studiereizen naar Israël.
Concreet bestaat het werk van ds. Rodenburg o.a. uit:
- het in gesprek raken met het levende Jodendom, groepen en individuen, op basis van de Schriften, zowel het Oude als het Nieuwe Testament;
- het in contact treden met Messiasbelijdende gemeenten in Israël en waar mogelijk het geven van (theologische) ondersteuning daarvan;
- het bevorderen van studieplekken voor studenten en predikanten;
- de pastorale begeleiding van Nederlandse vrijwilligers in Israël;
- het bijdragen aan heilzame contacten tussen Joden (Messiasbelijdende Joden) en Palestijnen (Palestijnse christenen).
Het doel van ons bezoek was gericht op het overdragen van werkzaamheden en contacten; op het pastoraal begeleiden van het gezin in hun nieuwe leefomstandigheden; op het uitwisselen van werkervaringen, kortom: wij mochten gaan bezien hoe het met de nieuwe werker en zijn gezin gaat.
Opgaan
Als we ons bezoek aan Israël mogen typeren en daarmee tevens de zin van het uitzenden van een werker naar Israël willen aangeven, dan kiezen we voor het bijbelse woord ‘opgaan’. Waarom? Zodra je met het vliegtuig ‘neerdaalt’ naar Ben Gurion Airport, dringt zich het besef van het geheim van Israël en via Israël ook van de kerk aan je op. Dat geheim bestaat in afdalen van de Here zelf met zijn Woord in dat land tot dit volk. Dat geschiedde heel concreet en tastbaar. In Kanaän, met het volk Israël, in Jezus, heeft God geschiedenis geschreven. Dit concrete, historische, in de betekenis van ‘toen’ is het ‘daar’ geschied, blijft zijn betekenis houden. Reizend naar Israël hebben wij dan ook nooit de gedachte gewoon op vakantie te gaan. Integendeel, een bezoek aan Israël betekent voor ons ‘opgaan’.
In het zenden van een werker door de kerk naar Israël belijdt de kerk haar blijvende verbondenheid met dit volk en geeft zij vorm aan de opdracht om met Israël op te gaan naar Jeruzalem om de Here als koning te erkennen. (vgl. Zach. 14:16/17). De kerk mag dus nooit tot de fout van een pure vergeestelijking van het heil vervallen al gebeurt dit in het leven van de gemeente dagelijks. Wie beseft echt bij het bijbellezen en bij het zitten onder de verkondiging dat het gaat om de God van Israël en dat Jezus God de Zoon in het menselijke vlees is, die geboren werd in Bethlehem?
Waar kom je dan als je, ook op werkbezoek, Jeruzalem betreedt?
In de stad die getuigt van Gods vrede
‘Het heil is uit de Joden’ (Joh. 4:22). Met dat ene zinnetje is de betekenis van Gods komst tot zijn volk in Sion getypeerd. Dat wordt nog eens bekrachtigd door de komst van Jezus als vredevorst tot Israël en de volkeren.
Toch brengt juist het afdalen van God veel onrust en onvrede teweeg. Ook daarvan getuigt Jeruzalem tot op de dag van vandaag. Het conflict tussen Joden, christenen en moslims rond de centrale vraag naar God, spitst zich toe op Jeruzalem. In Jeruzalem kun je dan ook niet om de Godsvraag heen. Maar de worsteling met deze centrale vraag brengt enorme spanningen met zich mee. Het ‘opgaan’ naar Jeruzalem, de stad die van Gods vrede getuigt, stelt ons daarom niet in de eerste plaats voor de vraag of we daar nu reeds vrede aantreffen, maar veel meer voor de vraag of we vrede voor haar zoeken. (Ps. 122; Matth. 5:9).
Welnu, één manier om als kerken aan de roeping om de vrede voor Jeruzalem te zoeken gestalte te geven, is het uitzenden van een predikant naar Israël. Een predikant die deelneemt aan de ontmoeting met Israël en de Palestijnen rondom de vraag naar God en de Messias.
Deze predikant is nu, mede namens onze kerken, ds. Kees Jan Rodenburg. Wij, bij hem op bezoek, wilden iets ervaren van de beperkingen bij en de mogelijkheden van het werk.
Beperkingen
Israël wordt nog steeds verscheurd door het conflict met de Palestijnen. Angst voor aanslagen en strenge veiligheidsmaatregelen drukken een stempel op het leven. Sinds ons vertrek uit Israël in 2000 zijn de spanningen sterk toegenomen. De muur tussen Israël en de Westbank maakt op schrijnende wijze duidelijk wat het hebben van angst voor elkaar teweeg brengt. Ieder trekt zich terug op zijn eigen gebied. De vreedzame ontmoeting wordt geblokkeerd.
Tijdens een bezoek aan een hulpverleningsproject in Bethanië, even ten oosten van Jeruzalem, kwam dit duidelijk aan het licht. In onze tijd reden we daar in een kwartiertje heen. Nu moesten we een omweg van drie kwartier maken. Pijn en frustratie peilden we bij Palestijnen die graag met Israël in vrede zouden willen leven. Ook het spookachtig aandoende Bethlehem - tamelijk lege straten en totale afwezigheid van pelgrims en toeristen - vertelde ons bij een bezoek aan Jemima hetzelfde verhaal. Bedreiging en angst leggen beperkingen op.
Wanneer men bang is voor de ander benadrukt men zijn eigen identiteit. Dat werd duidelijk tijdens de Jeruzalemdag die we meemaakten (de dag waarop gevierd wordt dat Jeruzalem de ongedeelde hoofdstad van Israël is). Het vlagvertoon van groepen uit de nederzettingen in de Palestijnse gebieden die door de stad trokken, zette de toon.
De angst heeft ook z’n weerslag op de wijze waarop de verschillende joodse groeperingen in Israël met elkaar omgaan. Veelal wordt gedacht dat de kracht van de groep is gelegen in het isolement. Het gevaar is niet denkbeeldig dat ook binnen de joodse gemeenschap de echte ontmoeting minder wordt. Zo leeft ieder zijn eigen leven, orthodoxen, liberalen, niet godsdienstige Joden, Messiasbelijdende Joden.
Hier zie je de beperkingen waarvoor een werker in Israël zich gesteld ziet. Hoe kan hij tot een echt gesprek komen in een land waar ieder zich in eigen kring terug trekt?
Nog een andere beperking viel in het oog: het gewijzigde beleid van de Israëlische overheid in het verstrekken van visa, verblijfsvergunningen. De aanscherping van dit beleid vindt deels plaats om dezelfde redenen als in Nederland. Men wenst niet overspoeld te worden door vreemdelingen, die in een land met veel werkloosheid, de spoeling op de arbeidsmarkt dun maken.
Tegenwoordig wordt echter ook de verstrekking van visa aan geestelijken sterk beperkt. Met dat probleem hebben wij nooit te maken gehad. Het verkrijgen van een visum door ds. Rodenburg heeft echter heel wat voeten in de aarde gehad.
Is het werken in een land met zoveel beperkingen voor een kerkelijk werker wel mogelijk?
Mogelijkheden
In Israël word je altijd weer voor positieve verrassingen geplaatst. Ondanks de beperkende sfeer die we hierboven tekenden, voelden wij ons zodra we in Jeruzalem waren weer helemaal thuis. Het was net of we nooit weg waren geweest.
En voor ons gevoel gingen als vanzelf de deuren weer voor ons open. Ook ds. Rodenburg ontdekt dat dagelijks.
De opname in ontmoetingskringen van christenen en Joden gaat bemoedigend snel. Oude deuren blijken open te staan en nieuwe openen zich op verrassende wijze, zoals ons uit de gesprekken met ds. Rodenburg bleek. Voordat je het weet ben je volop betrokken bij het gesprek tussen Joden, christenen en moslims en als je jezelf geeft wordt er al snel een bijdrage tot een gesprek van je gevraagd.
Voorwaarde is, zelf initiatief nemen, daarbij de ander respecteren en serieus nemen, en tegelijk zelf integer blijven en je (geloofs-)overtuiging niet verloochenen.
De beperkingen geven je ook voordelen. Omdat je geen Jood, geen Messiasbelijdende Jood en geen Palestijn bent, sta je meer onbevangen in deze samenleving. Waar muren voor de autochtone bevolkingsgroepen een afgrenzing vormen, worden ze voor de vreemdeling, die vrede voor Jeruzalem zoekt, zomaar neergehaald.
Het achter die muren kijken levert soms verrassende inzichten op. We ontdekten, toen we ons in de kring van de Messiasbelijdende gemeenschap bevonden, dat de ontwikkelingen binnen deze kring gestaag voortgegaan waren. Zo wordt er aandacht gegeven aan de vraagstukken als de Drie-eenheid tegen de achtergrond van de Eenheid Gods die vanuit Deut. 6:4 beleden wordt, worden er gedachten ontwikkeld over de Godheid van Christus en is er een prachtig commentaar op het boek Handelingen verschenen.
We zijn, terugkijkend op ons werkbezoek aan Israël, dankbaar dat ds. Rodenburg en zijn gezin zich in Jeruzalem echt thuis gaan voelen. Het zoeken van de vrede voor Jeruzalem staat onder de belofte van Gods zegen. Als kerken mogen we dan ook in Jeruzalem niet ontbreken.
C.J. van den Boogert
Vrede over Israël jrg. 48 nr. 4 (sep. 2004)
www.kerkenisrael.nl/vrede-over-israel