Israël na 75 jaar: een bedreigd land


Israëliërs hebben hun land in de afgelopen 75 jaar opgebouwd en welvarend gemaakt. Er is veel om trots op te zijn. Van buitenaf is het niet gelukt de staat kapot te maken. Aan de andere kant lieten politici grote problemen op eigen erf onopgelost. Toekomstige regeringen kunnen zich niet permitteren deze langer te negeren.


David Ben Goerion riep op 14 mei 1948 in het Tel Aviv Museum het bestaan van de staat Israël uit. Hij nam deze stap in een turbulente periode. De Britten verlieten Palestina en immigranten wilden een nieuwe toekomst opbouwen in een Joodse natie. Ondertussen vochten Joodse en Arabische legers.

In 1949 tekenden Israël en buurlanden op Rhodos een overeenkomst over wapen­stilstands­lijnen. In deze Onafhankelijkheidsoorlog verloor Israël één procent van de bevolking. Ook voor de in Palestina wonende Arabieren — de Palestijnen — was de oorlog traumatisch. Maar liefst circa 750.000 Palestijnen vluchtten of werden verdreven. Zij spreken van “Al-Nakba”, of “de catastrofe”.

Oorlog en vrede

Twee andere oorlogen hadden grote invloed. In de Zesdaagse Oorlog van 1967 veroverde Israël de Golan op Syrië, de Sinaï en de Gazastrook op Egypte en de Westelijke Jordaan­oever en Oost-Jeruzalem op Jordanië. Onmiddellijk na de Zesdaagse Oorlog verenigde Israël Jeruzalem, dat 19 jaar verdeeld was geweest. Bovendien breidde het de stad uit door de gemeentegrenzen in noordelijke, oostelijke en zuidelijke richting te verleggen. Dat bood ruimte voor nieuwe Joodse woonwijken.

Defensieminister Moshe Dayan besloot echter het dagelijks bestuur op de Tempelberg over te dragen aan de moslims. Tot op de dag van vandaag is dat zo gebleven. Moslims hebben gebedsrechten, Joden en christenen bezoekrechten. De laatste jaren neemt het aantal Joodse bezoekers toe. Velen eisen gebedsrechten. Mogelijk zal er in de toekomst een Joodse gebedsplaats worden gesticht óp de berg. Deze berg vormt een belangrijk geestelijk middelpunt.


Een andere belangrijke oorlog was de Jom Kippoeroorlog van 1973. Egypte en Syrië vielen Israël onverwachts aan. Israël slaagde erin de vijandelijke troepen terug te drijven. Na die oorlog nam de Egyptische president Anwar Sadat de moedige stap Israël te bezoeken. In 1979 tekenden beide landen een vredesverdrag. Later zouden andere landen volgen. In 1994 volgde de vrede met Jordanië, in 2020 met de Verenigde Arabische Emiraten en Bahrein.

De zwaarste oorlog?

Dat Israël oorlogen gewonnen heeft en vrede heeft gesloten met relatief gematigde Arabische landen, wil niet zeggen dat er geen gevaren meer bestaan. In de ogen van Iraanse leiders is de zionistische entiteit een aberratie die uitgewist dient te worden. Israëlische inlichtingendiensten zijn ervan overtuigd dat de ayatollahs atoomwapens willen.

Israël kan zich niet permitteren het risico op een nucleaire aanval te negeren. Het is niet onmogelijk dat zich vroeg of laat een confrontatie voordoet tussen Israël en Iran en zijn Libanese bondgenoot Hezbollah. Als dat gebeurt, zal dat waarschijnlijk de zwaarste oorlog worden die Israël ooit heeft gevoerd.

Binnenlandse gevaren

Minder oog hebben Israëlische leiders voor binnenlandse gevaren. Hoop op een vredes­regeling met de Palestijnen is vervlogen. In 1993 voerden afgezanten van de regering van Jitschak Rabin van de Arbeiderspartij en de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie PLO van Yasser Arafat in Oslo geheime onderhandelingen. Met het Eerste Oslo Akkoord spraken ze af elkaar te erkennen en hun geschillen op vreedzame wijze op te lossen. In 1994 trok Israël zich terug uit Jericho en grote delen van de Gazastrook, waar de Palestijnen auto­nomie kregen. Later volgden terugtrekkingen uit dichtbevolkte Palestijnse gebieden op de Westelijke Jordaanoever. Het zelfbestuur had na vijf jaar moeten overgaan in een duur­zame oplossing, maar duurt tot op de dag vandaag voort.

Beide partijen raakten in de andere partij teleurgesteld. Door de niet aflatende Palestijnse terreur en de inadequate reactie daarop van het Palestijnse leiderschap, raakten Israëliërs gedesillusioneerd. De riante beloning die de Palestijnse Autoriteit geeft aan Palestijnse terroristen of hun familieleden is daar het bewijs van.

Naar een binationale staat

Palestijnen voelden zich bedrogen omdat Israël doorging met de bouw of uitbreiding van Joodse nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever en in Joodse wijken in Oost-Jeruzalem. Ze zagen daarin een teken dat Israël niet geïnteresseerd is in een tweestaten­oplossing. Inmiddels wonen er ruim 400.000 Joden in nederzettingen op de Westoever (Oost-Jeruzalem niet meegerekend). Terugtrekking is nagenoeg onmogelijk geworden.

Israël en Palestina stevenen nu af op een binationale staat met burgerschap voor een deel van de bevolking (de Joden en Arabieren die Israëliërs zijn) en voor een ander deel (de bijna drie miljoen Palestijnen op de Westoever in hun enclaves) niet. Israël en de Palestijnen hebben de basis gelegd voor de voortzetting van het conflict.

Juridische revolutie?

De laatste maanden bestaat er onrust onder Israëliërs over de juridische hervormingen die premier Netanyahu en zijn rechtse coalitiegenoten door willen voeren. Deze “hervormingen” zijn bedoeld om de macht van het Hooggerechtshof in te perken. Zo moet volgens de voorstanders van de omwenteling de hoogste rechtbank niet langer de bevoegdheid hebben om wetten af te blazen. Dat kan als deze in strijd zijn met Israëls constitutioneel recht of met internationale verdragen die het ondertekend heeft.

De risico’s zijn groot. De scheiding tussen de uitvoerende macht (de regering) en de wetgevende macht (het parlement — de Knesset) is namelijk flinterdun. Ministers zijn namelijk ook Knessetleden. De regering kan rekenen op steun van het parlement. Israël heeft geen (zoals in Nederland) Eerste Kamer, Raad van State of grondwet. Het Hoog­gerechts­hof is nodig omdat dit de enige macht is die tegenwicht kan bieden tegen de uitvoerende of wetgevende macht.

Het gebeurt overigens niet vaak dat het Hooggerechtshof een wet afwijst. Het Israëlisch Instituut voor Democratie meldt dat de hoogste rechtbank sinds 1992 slechts achttien wetten heeft afgekeurd. Het recht van een hooggerechtshof om wetten in de prullenbak te werpen, bestaat in andere landen ook. En daar gebeurt het vaker dat dit hof wetten afwijst.

Kredietwaardigheid

Voorstanders van hervorming willen ook dat de regering de rechters aanwijst. Maar dat de rechterlijke macht onafhankelijk blijft, is bijvoorbeeld onontbeerlijk voor de economie. Karnit Flug, oud-president van de Bank van Israël, zei in een podcast van de krant Haaretz, dat de economie heeft geleden in andere landen die hun rechtssysteem hebben verzwakt, zoals Hongarije en Polen. Voor Israël zal de prijs waarschijnlijk hoger zijn. Volgens haar zal Israël door inperking van de rechterlijke macht internationale kredietwaardigheid en welvaart verliezen. Hightech bedrijven zullen naar andere landen uitwijken. Deze zorgen voor 10 procent van de werkgelegenheid, 50 procent van de export en 25 procent van de belastingopbrengst.

De strijd is nog niet gestreden. Spanningen tussen het pro-democratie en het pro-hervorming deel van de bevolking blijven bestaan. Ze kunnen zelfs tot gewelds­uitbarstingen of verzwakking van het land leiden.


***


Samenvattend: Israël is na 75 jaar een sterk en belangrijk land. Maar het gevaar voor het voortbestaan is zeker niet geweken. Bedreigingen blijven bestaan. Van buitenaf zijn Iran en zijn bondgenoten een gevaar en van binnenuit vormen de binnenlandse onenigheid en het wegglijden in een binationale staat een risico.


Alfred Muller was van 1983 tot 2023 woonachtig in Jeruzalem,
waar hij buitenlandcorrespondent was voor diverse media

drs. Alfred Muller
Verbonden jrg. 67 nr. 2 (mei 2023)
www.kerkenisrael.nl/verbonden

verbonden