Dagboek van de opperrabbijn


Op verzoek van het Joods Cultureel Kwartier te Amsterdam legde opperrabbijn Jacobs zijn dagelijks leven tijdens de eerste periode van de coronapandemie in dagboekvorm vast. Deze uitgave is een selectie daarvan. Jacobs kadert de coronapandemie en nog veel meer in binnen zijn referentiekader. Dat maakt dit dagboek uniek.


Jacobs’ kader bestaat uit de Schrift, de mondelinge overlevering en de veelkleurige en eeuwenoude joods-orthodoxe traditie. Door dit kader betrekt hij deze pandemie, de vragen van onze tijd, de zwaarbeladen erfenis van de naoorlogse periode en onze onzekerheid over de toekomst op God.

Spiegel

Met het theocentrisch inkaderen van alle dagelijkse wederwaardigheden houdt Jacobs zijn lezers een spiegel voor. Hij illustreert door voorbeelden hoe deze pandemie onze verhouding tot God, tot onze naaste en onze overheid zwaar beproeft. Ook reikt hij vanuit de Joodse traditie zijn naaste hoop en houvast aan. Jacobs beseft dat deze pandemie zich voltrekt in een tijd waarin het Westen alle klassieke kaders overboord heeft gezet en mensen wegglijden in nihilisme.

Zonder op zijn tijd af te geven laat hij in zijn dagboek zien hoe iemands leven bedding, structuur en perspectief krijgt wanneer een mens zich oriënteert op God zijn Schepper. Met dit referentiekader is een mens in staat om het duister van het moderne heidendom te ontvluchten, zich op Israëls God te richten en zin en betekenis aan zijn leven geven.

Door zijn dagboek beschrijft Jacobs hoe hij dit doet. Zo omlijst het ochtend- en avondgebed zijn dag, wordt de week door de sabbat en vooral de wekelijkse synagogale Schriftlezing gestructureerd en heiligen de Joodse feesten een kalenderjaar. Zó ontleent Jacobs zin en hoop aan het leven dat God hem schenkt. Zijn dagelijks leven, zijn functioneren als opperrabbijn in coronatijd, de vele nationale en internationale contacten, ja alles is ingebed in de geschiedenis van Gods grote daden.

Contacten

In zijn dagboek beschrijft opperrabbijn Jacobs hoe hij voortdurend contact zoekt met Nederlandse christenen, vanuit verbondenheid én het diepe besef dat Joden en christenen elkaar meer dan ooit nodig hebben.

Het ontstellende leed dat de samenleving en kerken de Joodse gemeenschap voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog hebben aangedaan, overschaduwt tot op de dag van vandaag de Joodse gemeenschap in Nederland. Toch wil Jacobs in de samenleving bruggen slaan. Met het oog op de actualiteit. Hij roept Joden en christenen op om zij aan zij te gaan staan en bijvoorbeeld samen veel wat eindigt op -isme als een uitwas van seculiere religie te bestrijden.

Gemeenschappelijk kader

Jacobs weet dat hij op belangrijke onderdelen met christenen van mening verschilt, maar dat gesprek vindt plaats binnen een gedeeld kader, met een gedeelde eerbied voor Israëls God en betrokkenheid op elkaar omdat de een de ander beschouwt als zijn naaste.

Het karakter van dat gesprek verschilt principieel met het debat tussen seculieren en religieuzen, tussen hen die het bestaan van God ontkennen of negeren en hen die Israëls God met eerbied en ontzag op alle terreinen van het leven willen vrezen. Van harte hoop ik dat christelijke lezers Jacobs’ bedoeling begrijpen, zijn referentiekader herkennen en in hem het Joodse volk als hun oudste broeder erkennen.


Natuurlijk heeft Jacobs daarbij zijn eigen belang, namelijk het voortbestaan van zijn volk. Mag hij zijn volk liefhebben?! Maar zijn belang is ook het belang van de kerk die bestaat uit alle volkeren en natiën. Sinds de roeping van Abraham zijn zij door God met Israël verbonden en worden zij vanaf Pinksteren in de verhoogde Messias door Israëls God gezegend. Van harte aanbevolen!


N.a.v. Binyomin Jacobs, Dagboek van de opperrabbijn. 54 dagen uit het leven van Binyomin Jacobs, Scholten Uitgeverij, Zwolle 2021, 224 blz., € 16,95.

Dr. C.P. de Boer is chr. geref. predikant en deputaat Kerk en Israël.

C.P. de Boer
Verbonden jrg. 65 nr. 4 (nov 2021)
www.kerkenisrael.nl/verbonden

verbonden