Z
M
D
W
D
V
Z
met telkens de parasja van de week sjabbat
1
9
nisan
Palmpasen
zondag
2
10
nisan
maandag
3
11
nisan
dinsdag
4
12
nisan
woensdag
5
13
nisan
donderdag
7
15
nisan
pesach
zaterdag
צו
Lev. 6:1-8:36
Jer. 7:21-8:3,
9:22-23
פסח
Ex. 33:12-34:26
Ezech. 36:37-37:14
tsav * PESACH sjabbat
15
23
nisan
•
zondag
16
24
nisan
maandag
17
25
nisan
dinsdag
18
26
nisan
woensdag
20
28
nisan
vrijdag
22
30
nisan
•
zondag
23
1
iar
maandag
24
2
iar
dinsdag
27
5
iar
vrijdag
28
6
iar
zaterdag
תזריע
Lev. 12:1-13:59
2Kon. 4:42-5:19
מצרה
Lev. 14:1-15:23
2Kon. 7:3-20
tazría * metsorá
29
7
iar
•
zondag
30
8
iar
maandag
Aanwijzingen:
- In de datumvakjes staat centraal de dag naar onze telling, en rechts daarvan de Joodse datum.
- Onder ‘sjabbat’ zie je op de onderste regel een Hebreeuws woord:
dat is de naam van de parasja van de week.
Als je de cursor daarboven laat rusten krijg je de te lezen Bijbelgedeelten. - Over een dagnummer heen kan de naam van een joodse feest- of vastendag staan; klik voor informatie.