Z
M
D
W
D
V
Z
met telkens de parasja van de week sjabbat
2
6
tammoez
zondag
3
7
tammoez
maandag
4
8
tammoez
dinsdag
5
9
tammoez
woensdag
6
10
tammoez
donderdag
7
11
tammoez
vrijdag
8
12
tammoez
zaterdag
חקת
Num. 19:1-22:1
Richt. 11:1-33
בלק
Num. 22:2-25:9
Micha 5:6-6:8
choekat * Balák
9
13
tammoez
zondag
10
14
tammoez
maandag
11
15
tammoez
dinsdag
12
16
tammoez
woensdag
14
18
tammoez
vrijdag
16
20
tammoez
zondag
17
21
tammoez
maandag
18
22
tammoez
dinsdag
19
23
tammoez
woensdag
20
24
tammoez
donderdag
21
25
tammoez
vrijdag
22
26
tammoez
zaterdag
מטות
Num. 30:2-32:42
Jer. 1:1-2:3
מסעי
Num. 33:1-36:13
Jer. 2:4-28,
3:4
matót * mas’ée
23
27
tammoez
zondag
24
28
tammoez
maandag
25
29
tammoez
dinsdag
26
1
av
woensdag
27
2
av
donderdag
28
3
av
vrijdag
30
5
av
zondag
31
6
av
maandag
Aanwijzingen:
- In de datumvakjes staat centraal de dag naar onze telling, en rechts daarvan de Joodse datum.
- Onder ‘sjabbat’ zie je op de onderste regel een Hebreeuws woord:
dat is de naam van de parasja van de week.
Als je de cursor daarboven laat rusten krijg je de te lezen Bijbelgedeelten. - Over een dagnummer heen kan de naam van een joodse feest- of vastendag staan; klik voor informatie.