Voorgoed verbonden;
visie op de relatie tussen Kerk en Israël in tien punten

10.
Met Israël geloven wij dat God een nieuwe toekomst schept; als kerk geloven wij dat deze toekomst al begonnen is met de komst van Jezus de Messias en wij zien met verwachting uit naar het behoud van heel Israël.

Oudtestamentische toekomstverwachting

In de profetieën van het Oude Testament wordt als een refrein steeds een nieuwe toekomst aangekondigd. Verweven met verschillende van deze profetieën wordt ook de komst van de Messias en zijn Rijk voorzegd. Deze nieuwe toekomst heeft dan in de eerste plaats betrekking op het herstel van Israël, maar via Israël ook op het heil voor de volken van de wereld.


Een voorbeeld hiervan vinden we in Zacharia 8: aan het begin van dit hoofdstuk wordt een nieuwe toekomst getekend voor Israël en vervolgens worden de volken van de wereld genoemd, die optrekken naar Jeruzalem om daar de HERE te zoeken omwille van zijn goedheid. Rondom Israël wordt als het ware een nieuwe volkenwereld gecreëerd.


Het herstel van Israël wordt aangrijpend getekend in Ezechiël 37, waar over Israël wordt gesproken als over een veld met doodsbeenderen die tot levende mensen worden. Opvallend in dit gedeelte is dat we iets zien van een nationaal aspect en van een geestelijk aspect van dit herstel. Er zijn verwijzingen naar een herstel van Israël als natie onder de volken (zie bijvoorbeeld vers 20 en volgende, maar er is tegelijk ook krachtig sprake van een geestelijk herstel als Gods Geest met kracht geblazen wordt in dorre beenderen (zie vers 9 en volgende).

Lijnen naar vandaag

Hoe God het nationale aspect van bovengenoemde beloften in de geschiedenis realiseert, kunnen wij niet precies vaststellen. Wel denken wij in de staat Israël voorzichtig iets te kunnen bespeuren van een bewijs van Gods trouw, een signaal dat ons herinnert aan Gods voortgaande bemoeienis met Israël als volk. Er wordt met de staat Israël aan dit volk een concrete plek op aarde gegeven. Dit is voor ons een reden om met grote oplettendheid betrokken te blijven bij wat hier gebeurt.


Ook ten aanzien van Israëls geestelijk herstel dat God aan de profeet Ezechiël beloofde, kunnen wij de vervulling van zijn beloften niet narekenen. Wel kunnen wij in het ontstaan van de Messiasbelijdende gemeenten en in het feit dat er individuele Joden tot het geloof in Jezus Christus blijven komen een aanwijzing zien dat God ook zijn belofte van geestelijk herstel voor Israël niet is vergeten.

Vervulling van Gods beloften

Omdat al Gods beloften in Christus tot vervulling komen,86 kunnen wij gelovig zeggen dat de vervulling van de beloften voor de toekomst van Israël in de komst van Jezus, de Messias, al begonnen is. De kerk mag in het begin van deze vervulling delen. In het Nieuwe Testament wordt de kerk getekend als ingelijfd in Israël87 en wordt ze genoemd met namen die herinneren aan het volk van Israël in oude tijden.88 Dat zien we ook in de verwijzing naar de twaalf stammen van Israël in het nieuwe Jeruzalem.89


Tegelijk ziet de kerk uit naar de volledige vervulling van Gods beloften in een wereld die komt. Ze doet dit als kerk van Jezus Christus maar voelt zich daarbij verbonden met Israël, dat als eerste Gods beloften van volledig herstel heeft ontvangen.


Zo leeft in de kerk ook de verwachting van wat Paulus aanduidt als ‘het behoud van heel Israël’.90 Bij dit behoud van heel Israël denken we niet zonder meer aan een bekering van het hele volk tot Jezus als Messias - hoewel ook dit in Gods plan besloten kan zijn. Paulus bedoelt hiermee dat het volle aantal Joodse gelovigen overeenkomstig Gods plan bereikt zal worden tussen de eerste komst en de wederkomst van Jezus, de door God gezonden Messias.




Bijbelplaatsen

86 zie bijv. 2 Kor. 1:20
<