Bar mitswa / Bat mitswa בַּר מִצְוָה


Een Joodse jongen wordt bar mitswa (‘zoon van het gebod’) op zijn 13e verjaardag. Hij geldt vanaf dan als religieus meerderjarig en als volwaardig lid van de joodse gemeente; hij telt dus mee als het gaat om een minjan (quorum van 10 mannen dat nodig is voor de synagogedienst). Dit voorrecht brengt ook verplichtingen mee, nl.: het houden van de 613 ge- en verboden van de tora en het aanleggen van de tefilien en de talliet bij verschillende gebeden.

Bij de viering van bar mitswa wordt de bar mitswa voor de eerste keer opgeroepen om een gedeelte uit de tora te ‘laaienen’ (in het Hebreeuws op de goede toon lezen/zingen).


Een meisje wordt bat mitswa (‘dochter van het gebod’) op de dag na haar 12e verjaardag. Zij heeft ter voorbereiding op het religieus volwassen zijn vooral ook de geboden geleerd aangaande de reinheid van het huis, het lichaam en het eten.

In het orthodoxe jodendom zijn er geen speciale gebruiken bij de viering van het bat mitswa worden; daarbuiten gaat de bat mitswa viering tegenwoordig veelal parallel aan de bar mitswa viering.


De bar mitswa en bat mitswa krijgen natuurlijk bij deze bijzondere feestdag geschenken van hun familie en van andere gasten.



zie ook een artikel in ‘Vrede over Israël’: Bar Mitswa