Dagboek bij de Joodse Najaarsfeesten 5785
Vrijdag 25 oktober = 23 tisjri
Simchat Tora
Info:
De grootste vreugde •
De Tora •
Uitlezen en opnieuw beginnen •
Het langste lied
Extra:
Uit Psalm 119
De grootste vreugde
We hebben het in de dagen van het Loofhuttenfeest al vaak gehad over Simcha, ‘vreugde’. Vandaag nog een keer. Gisteren al was het in Israël Simchat Tora, ‘Vreugde der Wet’. Buiten Israël wordt het vandaag gevierd.
Zoals ik het heb meegemaakt, zou ik Simchat Tora wel het toppunt van vreugde willen noemen. Dat is veelzeggend. Uiteindelijk is de Tora het hoogste goed en de grootste bron van vreugde!
De Tora
De eerste vijf boeken van de Bijbel – Genesis tot en met Deuteronomium – vormen samen de Tora. Het woord ‘Tora’ wordt vaak vertaald met ‘Wet’, maar dat klopt maar ten dele en zet ons gemakkelijk op het verkeerde been. Het gaat om onderwijs aangaande de Weg; de Tora is Weg-wijzer. Over wetten of ‘de Wet’ kun je je al wel verheugen, maar nog veel meer over ‘de Weg’, over hoe God ons de goede weg wijst, zijn weg, ‘de weg des levens’. En men is niet alleen blij met waar die weg je brengt, maar ook met hoe goed het op die weg zelf al is. Je ziet die vreugde in het Jodendom het hele jaar door, maar wel heel uitbundig op Simchat Tora, als er met de rollen wordt ‘gedanst’.
Uitlezen en opnieuw beginnen
In de Bijbel komt Simchat Tora als feest niet voor. Het is van later datum, en het is ook in de loop van de tijd nog uitgebreid met nieuwe elementen. Centraal staat het einde en begin van een jaar Tora-lezen. De Tora wordt namelijk elk jaar helemaal gelezen, met op elke sjabbat in elke synagoge hetzelfde gedeelte (daarover morgen meer). Op Simchat Tora wordt het laatste gedeelte van Deuteronomium gelezen (vaak meermalen, zodat iedereen aan de beurt kan komen). Daarna wordt meteen ook het eerste hoofdstuk van Genesis gelezen. Dat men direct weer voorin begint, laat zien dat men de Tora graag leest en wil blijven lezen, keer op keer. Hij is nooit ‘uit’.
Het langste lied
In de Bijbel komt Simchat Tora als feest dan wel niet voor, maar als beleving zeker wel. Denk aan Psalm 1, aan Psalm 19, en vooral ook aan de allerlangste psalm, Psalm 119, waar de dichter niet moe wordt van het bezingen van de Tora. De HSV zet er niet voor niets boven: ‘Vreugde over de wet’. Er worden tien verschillende woorden gebruikt voor ‘de Wet’. Met die alle blijft het cirkelen om hoe goed, heilzaam en kostbaar Gods instructies zijn. De dichter heeft ze lief, met heel zijn hart, en weet van geen ophouden in het bejubelen van Gods geboden. Enkele van de verzen die heel direct over ‘vreugde over de wet’ spreken:
14 In de weg van Uw getuigenissen verblijd ik mij meer dan in alle bezit.
16 Ik verblijd mij in Uw verordeningen, Uw woord vergeet ik niet.
24 Uw getuigenissen zijn mijn bron van blijdschap, zij zijn mijn raadgevers.
35 Doe mij treden op het pad van Uw geboden, want daarin vind ik vreugde.
47 Ik verblijd mij in Uw geboden, die ik liefheb.
111 Uw getuigenissen (...) zijn de vreugde van mijn hart.
144 HEERE, ik verlang naar Uw heil; Uw wet is mijn bron van blijdschap.
Om over na te denken
- Wat zegt Simchat Tora je over het wezen van het Jodendom?
- ‘Hoe lief heb ik Uw wet!’ (Ps. 119:49, berijming 1773) – hoe diep gaat dat en hoe ver reikt dat bij jou?
Uit Psalm 119: Vreugde over Gods Wet
Hieronder een aantal sprekende verzen uit de berijming van Psalm 119
(Liedboek voor de kerken, 1973):
6
O God, ik ben van harte zeer verblijd
over de weg van uw getuigenissen.
In uw bevelen ligt mijn zaligheid,
ik zal mij van uw wegen vergewissen.
Ik loof U, die mijn grootste rijkdom zijt,
laat mij, o HEER, geen van uw woorden missen.
14
Bewaar mijn oog, dat niet de valse schijn,
dat niet de lege vreugd mijn hart bewege.
Slechts in uw spoor kan leven leven zijn.
Vestig mijn aandacht op de rechte wegen.
Doe uw beloften onverwrikbaar zijn,
immers uw knecht is tot uw dienst genegen.
15
Doe van mij weg de schande en de smaad,
want Gij hebt uw geboden mij gegeven
dat ik zou onderkennen goed en kwaad
door uw gerechtigheid die staat geschreven.
Vreugde der Wet! God is mijn toeverlaat.
Alleen bij uw bevelen zal ik leven.
42
Wat Gij beloofd hebt, is in eeuwigheid
mij tot een deel en erfenis gegeven
waarin mijn ziel zich dag aan dag verblijdt.
Uw wet, o HEER, staat in mijn hart geschreven,
uw wil doen is mijn lust te allen tijd,
U te beminnen is geheel mijn leven.
44
HEER, ondersteun mij, geef mij vaste grond,
laat uw beloften heel mijn leven schragen.
Beschaam mij niet, ik hoop op uw verbond,
bevestig mij, dat mij verlossing dage.
Als Gij mij steunt, zal ik te allen stond
de vreugde van uw wet in ’t harte dragen.
54
Wanneer mij nood, wanneer mij onheil treft,
zal uw getuigenis mij blijdschap geven,
is het uw trouwe wet die mij verheft.
O eeuwig recht, o woord voorgoed geschreven!
O geef mij dat mijn hart dit goed beseft,
opdat ik voor uw aangezicht mag leven.
61
Zie hoe mijn vijand mij naar ’t leven staat,
hoe vorsten mij vervolgen zonder reden.
Mijn vreugd’ is dat uw woord mij niet verlaat,
mijn hart vindt daarin overvloed van vrede.
Ik die de leugen en het onrecht haat,
heb steeds de liefde voor uw wet beleden.
65
Al uw geboden zijn gerechtigheid.
Ik prijs uw woord met juichende gezangen.
Uw rechterhand geleide mij altijd;
naar uw geboden richt ik al mijn gangen.
Het is uw wet, waarin ik mij verblijd,
het is uw heil, waarnaar ik blijf verlangen.
Bijdrage dr. Noam Zion
Op Simchat Tora richten we ons vaak op het fysieke object – de Torarol die wordt gelezen en vandaag van het einde naar het begin wordt gerold. Moslims noemen de Joden ‘de mensen van het boek’. Inderdaad gaan zeker Joden vandaag de dag gewoon door met het schrijven, lezen en kopen van een buitensporig aantal boeken. Belangrijker echter dan de vijf boeken van Mozes, de Pentateuch, is de leraar die helpt om de Tora tot leven te laten komen. Daarom prijzen we God op Simchat Tora niet slechts voor het schenken van de Tora, maar ook voor het onderwijzen van de Tora aan ons.
De bekende rabbijn Abraham Joshua Heschel schreef:
‘Alles hangt dus af van de persoon die voorin het klaslokaal staat. De leraar is geen automatische fontein waar intellectueel water wordt uitgespuwd. Hij is óf een getuige óf een vreemdeling. Om een leerling te kunnen begeleiden naar het Beloofde Land, moet hij er zelf geweest zijn. Als hij zichzelf afvraagt: ‘Sta ik voor wat ik leer? Geloof ik zelf wat ik zeg?’ moet hij in staat zijn bevestigend te antwoorden. Wat we meer dan alles nodig hebben is niet een tekstboek, maar een tekstpersoon. Het is de persoonlijkheid van de leraar die de tekst vormt die de leerlingen lezen; de tekst die zij nooit zullen vergeten.’
Om over na te denken:
Aan welke leraren, in het bijzonder Bijbelleraren, heeft u goede herinneringen?