Jeruzalem dat ik bemin (2)
Een verblijfsimpressie
In het vorige nummer van Vrede over Israël gaf ik een impressie van mijn verblijf in Jeruzalem, samen met nog enkele vertegenwoordigers van het Centrum voor Israëlstudies, ter voorbereiding op de uizending van ds. Aart Brons naar Israël. Hier het vervolg.
Sjabbatmorgen
Sjabbat in Jeruzalem is een aparte ervaring. Aan Joodse zijde is het rustig in de stad. Er rijden, zeker in de ochtend, nauwelijks auto’s. De mannen, en in mindere mate de vrouwen, begeven zich wandelend naar een van de synagogen in de stadswijk waar zij wonen. Bezochten wij op Erev Sjabbat, de vooravond van de Sjabbat (voor ons de vrijdagavond) een orthodox Joodse gemeente, nu wandelen we aan enige synagogen voorbij. Op het programma staat het bijwonen van een dienst van een Messiasbelijdende gemeente.
Welke gemeente zal het worden? Er is keuze genoeg in Jeruzalem. Keuze uit gemeenten die een heel verschillend karakter dragen. Maar hoe verschillend ook, het overgrote deel van de leden van deze gemeenten heeft twee dingen gemeenschappelijk: 1) ze hebben een Joodse afkomst; 2) ze geloven in Jezus Christus. Deze twee kenmerken bepalen hun identiteit.
Toch blijft het verwarrend. De samenkomsten van Messiasbelijdende gemeenten worden druk bezocht door niet-Joden en deze gelovigen uit de volken sluiten zich, als ze voor langere tijd in Israël verblijven, dikwijls bij zo’n gemeente aan.
Het verschil in karakter van de gemeenten heeft een aantal redenen:
- De oorsprong van een gemeente. De Evangelische, Lutherse, Anglicaanse, Calvinistische oorsprong is in de liturgie dikwijls nog duidelijk te proeven.
- De bewuste keuze om dicht tegen de kerken uit de volken aan te willen leunen.
- De principiële keuze om afstand te nemen van de traditionele kerken en om zo een eigen traditie op te bouwen, waarbij de Joodse achtergrond toonaangevend is.
Het speelt allemaal mee.
Wij kiezen voor het bezoek aan een gemeente die zich duidelijk bij de Joodse synagogale traditie heeft aangesloten: Ro’eh Yisrael (Herder van Israël). Bij de stichting in 1972 had deze gemeente een andere naam, Netivyah (Weg van de HEER). Nadat de gemeente zich in 1993 meer verzelfstandigde ten opzichte van de traditionele kerken heeft men voor de naam ‘Herder van Israël’ gekozen.
In de samenkomsten volgt men de liturgie van de synagoge, maakt men gebruik van het Joodse gebedenboek, de Siddoer, en wordt er uit een Thora-rol gelezen. De verwantschap met de dienst in een orthodoxe synagoge valt direct op. Zo wordt dezelfde Parasja gelezen, het gedeelte van de Thora dat op deze Sjabbat aan de beurt is. Ook hier gaat het dus, evenals de avond er voor, over ‘recht en gerechtigheid’ vanuit Deuteronomium 16:18-21:19.
Toch is er een verschil. In aansluiting op de Thora-lezing en op de Profetenlezing uit Jesaja 51 wordt een bijpassend gedeelte uit het Evangelie gelezen. De keuze is gevallen op Johannes 8:1-11, de overspelige vrouw. Het is een gedeelte waarin het ‘recht’ met voeten getreden wordt. Een gedeelte waarin verteld wordt, dat Jezus in de tempel gezeten is en leert.
Joseph Shulam, die al jarenlang in deze gemeente voorgaat en aan de wieg ervan gestaan heeft, hield de preek. Hij is de schrijver van een paar boeiende Schriftverklaringen op Handelingen, Romeinen en Galaten, waarin hij de Joodse achtergronden van het Nieuwe Testament benadrukt en hij tevens de Rabbijnse traditie bij zijn uitleg betrekt. Uit zijn preek bleef vooral één uitspraak bij mij hangen. ‘Jezus’, zo benadrukte hij, ‘is de Messias en we mogen Hem als onze Verlosser erkennen en belijden, maar dan moeten we ook echt discipel of leerling van Hem willen zijn. Geloof in Jezus en gehoorzaamheid aan Hem behoren onlosmakelijk bij elkaar.’
De voertaal in zo’n dienst is Ivriet. Als je de Hebreeuwse taal machtig bent kun je de vaste gebeden en de Thora-lezing volgen. Voor de gasten is er altijd wel iemand in de buurt die in het Engels aanwijzingen geeft. De preek wordt zelfs geheel in het Engels vertaald. Door al dat soort zaken gaat het in zo’n dienst voor ons gevoel wat rommeliger toe dan in de strak gestructureerde samenkomsten bij ons in Nederland. Ook in dat opzicht hebben de diensten van een Messiaanse gemeente veel weg van diensten in een gewone synagoge.
Na afloop is er altijd een gezellig samenzijn waar onder het genot van koffie en thee over de dienst kan worden nagepraat en doorgaans ook wat gegeten kan worden. Al met al een dienst die de hele ochtend in beslag neemt, maar die wel een grote indruk achterlaat.
Een gastvrij onthaal
De Sjabbatdag bleef in het kader staan van de Messiasbelijdende gemeenschap. In de loop van de middag werden we namelijk zeer gastvrij ontvangen bij een echtpaar uit de gemeente waar we de dienst hadden bijgewoond. De gastheer had ons bij hem thuis uitgenodigd voor een lezing.
Op boeiende wijze vertelde hij over de oorsprong en de geschiedenis van de huidige Jezus als Messias belijdende gemeenschap. Deze is eigenlijk nog maar jong. De oorsprong van de beweging ligt aan het begin van de 20ste eeuw. Daarvoor maakten Joden die in Jezus geloofden deel uit van de kerken, men assimileerde, want met het specifiek Joodse eigene hadden andere christenen dikwijls moeite. Toen het zelfbewustzijn groeide, is men zich steeds meer gaan emanciperen. Eigen aan dit proces is dat men het Jood-zijn is gaan benadrukken. Men noemt zich doorgaans niet meer een christen of een Hebreeuwse christen, maar een Messiaanse of een Jezus als Messias belijdende Jood. In Israël is men in 1948, na het uitroepen van de Staat, heel klein begonnen. Nu zijn er ongeveer 100 gemeenten over het gehele land verspreid met in totaal tussen de 6000 en 15.000 leden. Het juiste aantal is om verschillende redenen moeilijk vast te stellen, omdat:
- gemeenten dikwijls veel niet-Joodse leden hebben;
- er ook in Israël Joodse gelovigen zijn die zich bewust bij een traditionele kerk aangesloten hebben;
- er ook gelovigen zijn die niet openlijk voor hun geloof in Jezus uitkomen en met de synagoge verbonden blijven.
Het was een uitermate leerzame middag. Aan het slot gaf de gastheer ons als Messiasbelijdende Jood een zeer opmerkelijk advies. Hij benadrukte: blijf als christenen uit de volken vooral in gesprek met het Jodendom. Door het gesprek komt er bij het Jodendom meer kennis van het Christendom en worden de beelden die men van elkaar heeft gezuiverd.
Na een heerlijk Sjabbatsmaal houdt hij met ons Havdala, de afsluiting van de Sjabbat. Want ja, het is inmiddels donker geworden, zaterdagavond, de Sjabbat is ten einde. We voelen ons daardoor een beetje in niemandsland. Voor de Joden is de Sjabbat voorbij en voor ons christenen is de Zondag nog niet begonnen. Een echte botsing van de Joodse en de christelijke cultuur.
Undefined variable $auteur0 in: /home/u144425978/domains/kerkenisrael.nl/public_html/_script/_info.php op regel 12 e_vars: varsKees van den Boogert
Vrede over Israël jrg. 56 nr. 1 (jan. 2012)
www.kerkenisrael.nl/vrede-over-israel