Vrede over Israël, jrg. 55 no. 2
Themanummer
Eind januari hield het Deputaatschap ‘Kerk en Israël’ een studiebijeenkomst waarin het thema ‘De Noachidische geboden’ centraal stond. Rabbijn R. Evers werd uitgenodigd dit onderwerp van Joodse zijde te belichten. Dr. C. Constandse, van de Protestantse Kerk in Nederland, liet zijn licht schijnen over dit thema vanuit Handelingen 15:20.
Er wordt dus onderscheid gemaakt tussen het Verbond van de HERE met zijn volk Israël en het Verbond van God met de volkeren. Het onderscheid wordt hieronder omschreven:
De Verbondswoorden voor Israël
In Exodus 24 sluit de HERE met zijn volk Israël een verbond. Israël wordt daarbij opgeroepen om in gehoorzaamheid aan Gods woorden, de Mitswot, te gaan leven. Israël bindt zich aan het Verbond met de woorden: ‘Alles wat de HERE gesproken heeft, zullen wij doen en daarnaar zullen wij horen’ (Exodus 24:7). De bekendste mitswot zijn de ‘Tien Geboden’ of, zoals de Bijbel ze zelf noemt de Aseret ha d’wariem, de ‘Tien Woorden’. Het zijn de tien beginselen die fundamenteel zijn voor de verbondsgemeenschap. Het zijn de woorden:
- Ik ben de HERE, uw God, die u uit Egypte geleid heb
- Gij zult geen andere goden dienen en u geen gesneden beeld maken
- Gij zult de naam van de HERE, uw God, niet ijdel gebruiken
- Gedenk (en houd) de sabbatdag, dat gij die heiligt
- Eer uw vader en uw moeder
- Gij zult niet doodslaan (moorden)
- Gij zult niet echtbreken
- Gij zult niet stelen
- Gij zult geen valse getuigen spreken tegen uw naaste
- Gij zult niet begeren
Dit zijn de belangrijkste woorden (mitswot) die het fundament vormen van alle beginselen van het joodse leven. Volgens de joodse traditie zijn er 613 mitswot. Rabbijn Simlai (derde eeuw na Chr.) zei dat door God in de Tora 248 positieve geboden (gij zult...) en 365 negatieve geboden (gij zult niet...) gegeven zijn. Het getal 248 zou overeenkomen met het aantal organen en zenuwen in het menselijk lichaam; het getal 365 komt overeen met het aantal dagen in een zonnejaar.
De Verbondswoorden voor de volkeren, de Noachidische geboden
In de tijd van Bar Kocha (± 135 na Chr.) formuleerden de Joden een universele ethiek, die we de Noachidische geboden noemen. De oudste ons bekende tekst van deze geboden treffen we aan in het Joodse traktaat Avoda Zara (eind 2de, begin 3de eeuw). Het zijn de fundamentele pijlers van de menselijke beschaving, die door alle mensen nageleefd moeten worden. Wie zich aan deze regels houdt, leeft in eerbied voor God en de naaste en behoort tot de rechtvaardigen uit de volkeren.
Het gaat om de zeven volgende geboden:
- Gij zult rechtspreken en overtreders voor het gerecht brengen
- Gij zult geen afgoden dienen
- Gij zult de naam van God niet lasteren
- Gij zult niet onzedelijk zijn
- Gij zult geen bloed vergieten (niet moorden)
- Gij zult niet stelen
- Gij zult het vlees van een levend dier niet eten
Nieuws
Nieuws over en vanuit het deputaatschap vindt u in ‘Van de Voorzitter’, geschreven door ds. J. Groenleer.
¿ auteur ?
Vrede over Israël jrg. 55 nr. 2 (¿ maand ?)
www.kerkenisrael.nl/vrede-over-israel