Kogelfabriek onder de grond


Met gevaar voor eigen leven slopen ze de trap af – dag in, dag uit. In het diepste geheim produceerden 45 jongeren 2,5 miljoen kogels in een ondergrondse fabriek. Zodat de Joden niet met lege handen stonden als ze werden aangevallen op het moment dat de staat Israël het licht zou zien.


Iedereen wist het: als de Britten ontdekten dat Joden munitie maakten, betekende dat onherroepelijk hun dood. Wapenproductie was strikt verboden tijdens het Britse mandaat (1920-1948). Maar wat als de Joden ooit een eigen staat zouden krijgen? Hoe moesten ze zich dan verdedigen tegen de vijand die vast en zeker zou binnenvallen?

Een kibboets in de stad Rehovot, zo’n 25 kilometer ten zuidoosten van Tel Aviv, werd de locatie waar een jong team tussen 1945 en 1948 illegaal kogels maakte. Vandaag de dag is iets van dat uiterst gevaarlijke fabriekswerk te zien in het Ayalon Instituut, een museum op de plek waar ruim 70 jaar geleden de machines draaiden zonder gehoord te mogen worden.

Verschuifbare wasmachine

Dat medewerkers van de munutiefabriek nooit zijn gesnapt, mag een wonder heten. Ongezien wisten ze de machines vanaf een verlaten kogelfabriek in Polen het land in te smokkelen én onder de grond te krijgen.

Vlak bij de heuvel in Rehovot waar de kogelkelder kwam, lag een station waar talloze Britse soldaten langs reisden. Werken onder de neus van de vijand, dat is iets wat niemand verwacht, en dus maakte dat de locatie niet verdacht. De voorbij­razende treinen bleken ook ideaal om ongehoord kogels te testen.

Nadat de groep jongeren was gestrikt voor de geheime operatie, werd op de heuvel eerst een kibboets opgetuigd. Daarna volgde de ondergrondse fabriek. Eén ingang was verstopt onder een verschuifbare wasmachine, een andere onder een bakkerijoven van 10 ton, gemonteerd op rails.

’s Morgens vroeg liepen de kibboetsjongeren met een schoffel op hun schouder richting de werkplaats. Ze meldden zich echter niet op het land, maar bij de wasserij. Binnen anderhalve minuut verdwenen ze alle 45 onder de grond.

Onwetende giraffen

De kogelproductie verbergen bleek moeilijker dan gedacht. Draaiende wasmachines probeerden het oorverdovende lawaai van de hamers en machines in de kelder overstemmen. De kibboets startte een wasservice, zodat er voldoende wasgoed was om de hele dag te draaien.

Over hun werk zwegen de arbeiders zelfs tegen hun partner en andere kibboets­leden. Wie niet wist van de geheime operatie, werd ook wel “giraffe” genoemd, omdat giraffen niet zien wat er zich onder hen afspeelt.

Argwaan wekten ze soms wel. Bijvoorbeeld van de schoenmaker in de stad, die wel erg vaak versleten werkschoenen moest repareren. Oplossing? De kibboets opende een eigen werkplaats voor schoenenreparatie. Omdat werknemers kampten met hoofdpijn, doffe ogen en bleke gezichten, moesten ze elke dag verplicht onder een stralingsapparaat. Ook kregen ze een speciaal dieet om hun gezondheid wat op te krikken.

Niet zomaar machines

14 mei 1948 was de dag waarop de Joden zo lang gehoopt hadden: de staat Israël werd een feit. 15 mei 1948 was de dag die de Joden vreesden: legers uit Libanon, Syrië, Jordanië, Irak en Egypte vielen binnen. Maar het prille Israël had de munitie om terug te vechten voorhanden. De kogels waarmee de Joodse jongeren zelf hun leven riskeerden, vergoten vijandelijk bloed.

In de geheime werkplaats legt de gids van het Ayalon Instituut zijn handen op het koude staal van de machines die de kogels produceren. “Dit zijn niet zomaar werktuigen”, drukt hij bezoekers op het hart. “Zonder deze machines bestond de staat Israël niet.”

Anne Vader is journalist en deelneemster aan een LCJ-reis naar Israel

A. Vader
Verbonden jrg. 63 nr. 2 (mei 2019)
www.kerkenisrael.nl/verbonden

verbonden