Verbonden met Israël door de Psalmen
In ons visiedocument ‘Voorgoed Verbonden’ geven we aan dat we als kerken een blijvende relatie hebben met het Joodse volk. Verbonden, omdat we samen met de synagoge de Here, de God van Israël, groot maken (Lukas 1:68). Blijvend, omdat we verbonden met Christus, die ‘een dienaar van besnedenen is geweest’, geroepen worden om ons met zijn volk (Israël) te verheugen. We mogen samen de lofprijzing aanheffen (Rom. 15:1-12). De verbondenheid in de lofprijzing van de God van Israël wordt sterk beleefd in het reciteren en zingen van de Psalmen. Daar stemmen we met Israël in, zoals het eens begonnen is in:
de tempel
Het liturgisch gebruik van de Psalmen heeft z’n oorsprong in de liturgie van de tweede tempel.
Iedere dag van de week kreeg toen een eigen Psalm. In het joodse geschrift mTamid 7:4 lezen we, dat dit de psalmen 24, 48, 82, 94, 81, 93 en 92 waren. De laatste psalm, ‘Een lied voor de sabbatdag’, verwees al naar de ‘toekomende tijd’, naar ‘het eeuwige leven’ dat het karakter van de blijvende sabbatsrust zal dragen (vgl. Hebr. 4:1-13).
Rabbi Akiba zegt over dit gebruik:
Psalm 24 op de eerste dag, omdat God heerst over het heelal.
Psalm 48 op de tweede dag, want toen scheidde Hij zijn werken, vormde een beschuttende koepel.
Psalm 82 op de derde dag, Hij ontsluierde de aarde en stelde het recht in.
Psalm 94 op de vierde dag, toen Hij zon en maan schiep en de verafgoding daarvan als onrecht veroordeelde.
Psalm 81 op de vijfde dag, waarop God vogels en vissen schiep om zijn Naam te verheerlijken. En hoe heerlijk is zijn Naam als Verlosser.
Psalm 93 op de zesde dag, omdat Hij toen zijn werk heeft voltooid en zijn koningschap toonde.
Nadat de Tempel is verwoest werd de lofzang gaande gehouden in:
de synagoge
De Psalmen worden hier uitgesproken als gebeden. Gezongen ook, nu door de chazan, de voorzanger, maar zonder muziekinstrumenten. Die zijn in orthodoxe kring verboden uit verdriet om de verwoesting van de tempel. De gemeente stemt in met woorden als Amen, Halleluja en Hosanna en antwoordt met het nazeggen van halve of hele zinnen. Ook hier klinkt de psalm van de dag.
In de vrijdagavonddienst met kabbalat Sjabbat (ontvangst van de Sabbat) wordt met de Psalmen 95 tot 99, 29, 92 en 93 Gods koningschap bezongen. Bij het ochtendgebed krijgt de lofprijzing extra accent met de Psalmen 100 en 145 t/m 150. Ze worden op Sabbat en feestdagen voorafgegaan door de Psalmen 19, 34, 90, 91, 135, 136, 92 en 93.
Indrukwekkend is het reciteren van het Hallel, de Psalmen 113 t/m 118 en 136, op de Grote Feesten. Wij kennen dat ook uit de Evangeliën als Jezus na de Pesachmaaltijd de Lofzang zingt (Matth. 26:30). Daarnaast is met elk van de feesten van Israël wel een Psalm verbonden, zoals: Psalm 7 op Poerim, 47 met Nieuwjaar, 12 op de achtste dag van het Loofhuttenfeest, 103 en 130 met Nieuwe Maan.
Psalmen dus, in tempel en synagoge.
Van meet af aan hebben de Psalmen ook een belangrijke functie vervuld in:
de kerk
In ‘De joodse wortels van de christelijke eredienst’ zegt dr. R. Boon dat door de Psalmen ‘de gemeente in haar geheel actief betrokken werd in de vormgeving van de eredienst’. Het ‘Halleluja’ en het bekrachtigend ‘Amen’ werd gezamenlijk uitgesproken. De beurtzang klonk op bij het zingen van Psalm 136.
‘Het synagogaal gebruik om de Psalmen vooral hun plaats te geven tussen de schriftlezingen en de gebeden in, werd door de kerk gehandhaafd.’
De eerste volgelingen van Jezus wisten en voelden zich met de synagoge verbonden. Geen plaatsvervanging maar verbondenheid gaf de toon aan. Dat behoort zo te blijven en daarom mogen de psalmen niet in onze erediensten gaan ontbreken.
De Heer is mijn herder
In museum Sjoel Elburg is tot 6 februari 2016 een prachtige tentoonstelling over te Psalm te zien. Door de kunstenaars Henk Pietersma, Jip Wijngaarden en Ria van Oosten worden Psalmen in beeld gebracht.
Museum Sjoel Elburg, in de Graaf Hendriksteeg 2 is op dinsdag t/m zaterdag van 11.00 tot 17.00 uur open.
Kees van den Boogert
Verbonden jrg. 59 nr. 4 (dec. 2015)
www.kerkenisrael.nl/verbonden