Hét gebed
Hieronder vindt u de tekst van het gebed dat ’s morgens, ’s middags en ’s avonds gebeden wordt.
Het heeft een paar namen:
- Tefilla (= gebed): dit is hét gebed bij uitstek
- Amida (= het staan): het wordt staande gebeden
- Sjmone-esree (= achttien): het bestond oorspronkelijk uit 18 beden; waarschijnlijk werden het er 19 door de invoeging van bede 12
Er zijn variaties voor bepaalde (feest)dagen.
Op sjabbat worden de beden 4-16 vervangen door gebeden die betrekking hebben op de sjabbat.
Voor meer informatie, zie:
- Het achttiengebed. Het hoofdgebed van de synagoge, door drs. C.J. van den Boogert,
in Vrede over Israël jrg. 37 no. 3
HEER, open mijn lippen
en mijn zal mond uw lof verkondigen
1 Voorouders
Gezegend U, HEER onze God
en God van onze voorouders,
God van Abraham, God van Izaäk en God van Jakob,
grote, machtige en ontzagwekkende God,
allerhoogste God
die goede weldaden bewijst
en het al schept en beheert,
die de weldaden der vaderen gedenkt
en hun nakomelingen een verlosser brengt,
terwille van Zijn Naam, in liefde.
Koning, Helper, Heilbrenger en Schild.
Gezegend U, HEER, Abrahams schild.
2 Machtige God
U bent machtig te allen tijde, HEER,
U doet doden leven,
groot [van macht] om heil te brengen;
die in goedertierenheid het leven onderhoudt,
die in grote barmhartigheid doden doet leven,
die steunt wie vallen,
die zieken geneest
die geboeiden bevrijdt
en die zijn trouw gestand doet aan hen die slapen in het stof.
Wie is als U, Heer die machtige daden doet,
en wie is U gelijk, Koning, die doodt en doet leven
en die bevrijding laat uitspruiten.
Getrouw bent U in het doen herleven van doden.
Gezegend U, HEER, die de doden doet leven.
3 Heilige God
Heilig bent U en heilig is Uw Naam
en heiligen loven U elke dag, sela.
Gezegend U, HEER, heilige God.
4 Kennis
U begenadigt de mens met kennis
en leert de sterveling inzicht.
Begenadig ons met weten, inzicht en verstand dat komt van U.
Gezegend U, HEER, die begenadigt met weten.
5 Bekering
Doe ons omkeren, onze Vader, tot Uw Tora
en breng ons, onze Koning, tot Uw dienst
en doe ons in volledige omkeer terugkeren tot U.
Gezegend U, HEER, die behagen hebt in omkeer.
6 Vergeving
Vergeef ons, onze Vader, want wij hebben gezondigd,
scheld ons kwijt, onze Koning, want wij hebben overtreden;
want kwijtscheldend en vergevend bent U.
Gezegend U, HEER, Genadige, die veel vergeeft.
7 Verlossing
Zie onze ellende en voer voor ons de strijd
en verlos ons spoedig, ter wille van Uw Naam;
want U bent een machtige verlosser.
Gezegend U, HEER, Israëls verlosser.
8 Genezing
Genees ons, HEER, dan zijn wij genezen,
bevrijd ons, dan zijn wij bevrijd,
want U bent onze lof.
En breng volledige genezing voor al onze kwalen,
want God, Koning, U bent een trouw en barmhartig geneesheer.
Gezegend U, HEER, die de zieken van Zijn volk geneest.
9 Welvaart
Zegen voor ons, HEER onze God, dit jaar
en alle soorten van zijn opbrengst ten goede.
Geef zegen op het land
en verzadig ons uit het goede daarvan,
en zegen ons jaar als de goede jaren.
Gezegend U, HEER, die de jaren zegent.
10 Bijeenbrengen van de ballingen
Blaas de grote sjofar voor onze vrijheid
en hef hoog het vaandel om onze onze ballingen bijeen te brengen,
en breng ons samen vanuit de vier hoeken van de aarde.
Gezegend U, HEER, die de verstrooiden van Zijn volk Israël bijeenbrengt.
11 Het recht
Doe terugkeren onze rechters als eertijds
en onze raadgevers zoals het aanvankelijk was,
en laat zorg en zuchten van ons wijken.
Wees Koning over ons, Gij HEER, Gij alleen,
in goedertierenheid en barmhartigheid,
en laat ons gerechtigheid wedervaren in de rechtspraak.
Gezegend U, HEER, Koning, die gerechtigheid en recht liefheeft.
12 Tegen de lasteraars
En laat er voor de lasteraars geen hoop zijn,
en laat alle boosdoeners in een oogwenk vergaan
en laten zij allen spoedig vernietigd worden.
En de verwatenen, roei die spoedig uit met wortel en tak,
breek hen, richt hen te gronde en breng hen ten val,
spoedig, in onze dagen.
Gezegend U, HEER, die vijanden breekt en verwatenen ten val brengt.
13 De rechtvaardigen
Laat uw barmhartigheid opgewekt worden
over de rechtvaardigen en over de getrouwen,
over de oudsten van Uw volk, het huis van Israël,
over die nog over zijn van hun geleerden
en over de rechtvaardige bekeerlingen,
en over ons,
HEER onze God.
Geef goed loon aan allen die in waarheid op Uw Naam vertrouwen,
en laat ons met hen hetzelfde ten deel vallen,
en laat ons nooit beschaamd staan,
want op U vertrouwen wij.
Gezegend U, HEER, steun en toeverlaat voor de rechtvaardigen.
14 Jeruzalem
En keer in erbarmen terug naar Jeruzalem, Uw stad,
en woon in haar, zoals U gesproken hebt:
bouw haar, binnenkort in onze dagen,
tot een bouwwerk voor altijd,
en herstel in haar spoedig de troon van David.
Gezegend U, HEER, die Jeruzalem bouwt.
15 Het koninkrijk van David
Laat de spruit uit David, Uw dienaar, spoedig uitspruiten
en laat zijn hoorn zich verheffen door Uw heil;
want op Uw heil hopen wij, heel de dag.
Gezegend U, HEER, die de hoorn van heil doet uitspruiten.
16 Antwoord op het gebed
Luister naar onze stem, HEER onze God,
spaar ons en erbarm U over ons
en neem in barmhartigheid en welwillendheid ons gebed aan,
want U, God, bent luistert naar gebeden en smekingen.
Laat ons, onze Koning, niet van bij U terugkeren met lege handen,
want U luistert naar het gebed van Uw volk Israël met ontferming.
Gezegend U, HEER, die het gebed hoort.
17 Tempeldienst
Wees welwillend, HEER onze God, jegens Uw volk Israël en hun gebed
en herstel de dienst in Uw heilig huis,
en neem de vuuroffers van Israël en hun gebed welwillend aan, in liefde.
Moge de dienst van Uw volk Israël steeds naar Uw wil zijn,
en mogen onze ogen aanschouwen dat U in erbarmen naar Sion terugkeert.
Gezegend U, HEER, die zijn aanwezigheid terugbrengt naar Sion.
18 Dank
Wij danken U,
dat U bent de HEER onze God
en de God van onze vaderen,
voor altijd en immer.
Rots van ons leven,
schild van ons heil,
dat bent U van geslacht tot geslacht.
Wij danken U en verkondigen Uw lof
voor ons leven dat is overgegeven in Uw hand,
voor onze zielen die zijn toevertrouwd aan U,
voor Uw tekenen die elke dag bij ons zijn
en voor Uw wonderen en goedheden te allen tijde,
in de avond, de morgen en de middag.
Goede, want Uw barmhartigheden houden niet op;
Barmhartige, want Uw weldaden hebben geen einde;
van oudsher hopen wij op U.
En voor dit alles zij Uw Naam gezegend en verheven,
onze Koning,
voortdurend voor altijd en immer,
en alle levenden zullen U danken, sela,
en Uw naam in waarheid loven.
God, ons heil en onze hulp, sela.
Gezegend U, HEER, ‘Goede’ is Uw Naam
en het is heerlijk U te danken.
19 Vrede
Breng vrede, goedheid en zegen,
genade, verbondenheid en barmhartigheid
over ons en over heel Uw volk Israël.
Zegen ons, onze Vader, ons allen als één,
met het licht van Uw aangezicht,
want door het licht van Uw aangezicht
hebt U ons gegeven, HEER onze God,
de Tora des levens
en Uw goedertieren liefde,
en gerechtigheid en zegen,
en barmhartigheid en leven en vrede.
En goed is het in Uw ogen om Uw volk Israël te zegenen
te allen tijde, elk uur, met Uw vrede.
Gezegend U, HEER, die zijn volk Israël zegent met vrede.